maandag 4 april 2011

Verbondenheid

Rustig zit ik op het bankje, dat voorheen groen gekleurd was en zo goed als zeker dienst heeft gedaan als parkbankje, aan de kant van de vijver in onze tuin vooruit te staren. Ik kijk uit over het groene land dat gevuld is met koeien, schapen en paarden. De zon gaat onder en laat een oranje gloed zijn gang gaan over de vredige door de natuur zelf geschilderde natuurschildering. Kilometers verderop eindigen de weilanden aan de rand van een muur van bomen, waarachter hetzelfde rechthoekige land verder gaat en weer eindigt bij eenzelfde rij van populieren.

Het weidse karakter van het hier boven geschetste beeld neemt langzaam bezit van je wanneer je er in alle rust naar kunt staren, eindeloos staren in het niets. Op zo’n moment besef ik me dat ik gezegend ben met deze prachtige woonplaats. Veel wandelaars, fietsers, vrienden (van de familie) en andere mensen zijn jaloers op mij of mijn ouders over het feit dat wij hier mogen wonen. Ja, nu ben ik er blij mee, nu ik hier zit aan de rand van het water op het bankje.

Wanneer ik dan opkijk en naar de muur van bomen verderop kijk, besef ik me dat mijn roots daarachter liggen. In het pittoreske Joure waar de koffiegeur op een goede dag op te snuiven is. Maar ik bedenk me op dat moment, wat houdt die roots in voor mij? Ik vind het daar leuk op momenten, er wonen tenslotte vrienden, maar dat is het dan ook. Hier op het platteland van Oudehaske heb ik een soort vergelijkbaar gevoel. Kort gezegd komt het erop neer dat ik me hier niet thuis voel – en in het geval van Joure niet het gevoel daarvandaan te komen.

Het zou me niet verbazen als mijn moeder, dan wel mijn vader, op momenten denkt dat wanneer de tijd rijp is, ik mijn spreekwoordelijke vleugels uitsla. Zeker weet ik van mezelf dat ik meer wil zien en typerend hiervoor is het gevoel dat ik heb bij sommige mensen die kilometers verderop zitten… achter een beeldscherm. Want bij sommige mensen die ik dagelijks tegenkom, mee samenwerk of iets dergelijks heb ik het gevoel mijlenver van ze af te staan. Dit in tegenstelling tot mensen die, pak hem beet, honderd dertig kilometer verderop wonen. Ik heb het gevoel dat ik dichterbij hen sta dan de mensen die ik werkelijk meemaak.

Op verromantiseerde momenten zoals hierboven geschreven is dat natuurlijk prachtig, dat je met iemand die honderd kilometer verderop woont je meer verbonden voelt dan je buurman die, voor mij, vijfhonderd meter verderop woont. Wanneer dan het gelukzalige gevoel door eigen toedoen in elkaar dondert als een kaartenhuis, is dat – plat gezegd – zwaar klote. Dan speelt de afstand in de negatieve zin opeens een hoofdrol, evenals mijn gebrek aan zelfbeheersing. Kort gezegd kan ik natuurlijk ook gezeggen dat de verontschuldigingen op zo’n afstand minder doorkomen dan dat ze hadden gedaan wanneer de desbetreffende mensen (ik spreek maar in meervoud, het is namelijk niet de eerste keer, jammer genoeg) naast me hadden gestaan op moment van uitbarsting, zenuwinzinking en tot inkeer komen. Ja, dan is honderd dertig kilometer vervelend.

Dan zou ik willen dat mijn wortels hier wel lagen, maar om eerlijk te zijn liggen er ook wel wortels van mij hier in de grond. Ik ben Fries en volgens de Hollander bezitten wij over een stevige portie nuchterheid, zelf merk ik hier verdacht weinig van, maar op moment van tikken is er toch wel ergens een nuchterheid te vinden in mij. Natuurlijk vind ik dat wat voorgevallen is vervelend en heb ik daar,  zolang de verontschuldigingen niet zijn geaccepteerd, een gigantisch schuldgevoel over. Maar ergens besef ik me terdege ook dat het leven voort gaat, dat het gebeurt is. Echter kan ik er geen zand over strooien, want daarvoor is het gewoonweg te erg en een te groot litteken. Ja, zonder er een doekje omheen te winden, zeg ik dat dit – niet alleen bij de andere partij, maar ook bij mij –  zijn litteken zal achterlaten.

Wat dit nog van doen heeft met het gezwijmel over mijn huis? Geen idee, dat krijg je ervan als je iets in twee momenten schrijft, waar het anders gebruikelijk is dat ik in één ruk doorschrijf. Om het toch nog enigszins te verbinden met elkaar, de verbondenheid die blijft, ondanks de afstand en door dat wat er voorgevallen is, bestaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten