maandag 25 april 2011

Land van Verbeelding

Bedeesd stapt hij in bed, zoals altijd in niets anders dan zijn ondergoed. Zijn hoofd zakt weg in het kussen en het lichaam is verdwenen onder een wit met oranje omrand deken. Daar ligt de jongen in zijn eentje, de gedachten gaan van links naar rechts en van boven naar beneden. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen werkelijkheid en verbeelding.

Zijn verbeelding neemt een loopje met hem. Het meisje ligt naast hem, samen liggen ze in zijn bed. Haar liefelijke geur vindt langzaam een weg naar zijn neus. Met de rug naar hem toegekeerd wacht ze op een onderneming van hem.

Niets vermoedend beweegt hij zijn hand naar haar middel; met de hand rustend op haar buik en de arm om haar heen geslagen drukt de jongen het meisje dichter tegen zich aan. Wij, als toeschouwers, zien niets anders dan een hand die de lucht beroert. Een lichaamsdeel dat in het luchtledige een beweging maakt van links naar rechts.

Hij streelt haar over haar zij; over haar ontblote buik, langs haar borsten, omhoog werkend naar haar gezicht waar de vingers teder langs der zachte wang gaan. De vingers blijven net boven het kussen zweven in het niets, niets is beroerd, alleen de voor ons onzichtbare persoon naast hem.

Rustig legt hij zijn hand neer op haar zij en valt in een diepe slaap. Daarin zal hij de op een kier staande deur naar het land van de verbeelding verder openen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten