woensdag 29 december 2010

de Roze Wolk

Dus... schrijven over mezelf, het is niet iets wat me goed afgaat en ik zou ook niet weten waarom ik het zou willen doen op dit moment? In mijn hoofd is het sinds tijden weer lekker rustig en mijn leventje is doorsnee genoeg om er niet over te vertellen. Een nuchtere gedachte die ik hopelijk lang genoeg kan vasthouden. Niet dat ik mijn dromerige ik aan de kant heb geschoven. Integendeel: die is actiever als anders, maar deze keer op een fijne manier. Het zijn vrolijke en frisse gedachtes die mijn gedachtengang beheersen en waarvan het merendeel is omgezet in letters en andere leestekens, en waar jullie dus van meegenieten - hoop ik.

Het is niet meer zoals een maand terug toen kommer en kwel mijn gemoedstoestand beheerste, het is niet meer dat ik opgesloten zit in mijn eigen kleine wereldje. Natuurlijk zijn er momenten dat het even niet lekker loopt, maar ik heb mijn kleine wereldje een plekje kunnen geven in de grote boze wereld. Eindelijk kan ik accepteren dat het niet altijd zo kan lopen zoals ik wil, maar kan ik wel mezelf zijn op de momenten dat ik het wil, en dat is altijd. De gevoelens nemen lang zo erg niet meer de overhand als voorheen, ik kan ze beheersen en controleren, maar toch blijft er altijd één gevoel dat ik niet in toom kan houden en waarvan ik het ook niet zou willen.

Wellicht dat dit de reden is dat alles zo fijn is, het zou heel goed kunnen en als ik er zo over nadenk lijkt het me ook meer dan logisch. Kijk maar naar de, nu vijfdelige, serie over één en dezelfde persoon. Dat komt voort uit maar één gevoel. Toegegeven, ik ben een jongen van gevoel, emoties en indrukken en maal ik daar om? Nee, zeker niet. Ik zie het als een hulpmiddel om het leven van anderen, en dat van mezelf, er beter op te maken in welke vorm dan ook. Maar is dat dan de werkelijke reden?

Nee, niet helemaal er is nog een andere zijde die zorgt voor mijn positieve bui. Laten we zeggen dat ik aangestoken ben. Eerst verbaasde ik me over mijn positieve gedachtegang, meestal was ik toch degene die realistisch, tegen het pessimistische aan, dacht. Zelfs die ene zin waar ik me toen om druk maakte kan me nu niet meer deren.

Wantrouwen en twijfel is me vreemd geworden of staan mijn voeten niet meer op de grond? Waarschijnlijk zal het dat laatste wel zijn, maar ik heb geen reden om weer met beide benen op de grond te komen staan. Ik zou er nu zelfs mee kunnen leven als het hem toch niet wordt, maar ik ben nu zo overtuigd dat het niet anders kan. Ja, daar doe ik even wat vaag, maar mag ik? Natuurlijk mag ik, want je kunt niet altijd nuchter blijven.

Vooral nu niet, want ik zou het ook niet willen, echter moet ik het wel blijven nuanceren want we zijn er nog niet, maar ik moet het ook niet gaan zien als een missie. Laat ik gewoon dat doen wat mij juist lijkt, mijn gevoel volgen en mijn fantasievolle gedachtes op blijven schrijven. Wellicht bereik ik er nog datgene mee wat nu nog een fantasie lijkt. 

Je weet nooit wat de toekomst gaat brengen, in ieder geval geen toeval zoals velen denken. Want wanneer jij mij gaat vertellen dat sommige momenten - zoals de juiste muziek op het, ook al, juiste moment aanspringt of dat je mensen tegenkomt op de momenten dat je er op hoopt, je er rekening mee houdt, maar het toch niet ziet gebeuren - toeval zijn, dan ben je bij mij bij het verkeerde adres.

Net zoals je me nu gaat vertellen dat dit alles met één simpel antwoord te omschrijven valt, de roze wolk. Maar het mag dan wel rustig zijn in mijn hoofd, dat ingewikkeld denken gaat er mooi niet uit. Ik houd er van want zonder denken - fijn of niet fijn - ben ik geen compleet mens. Maar ach, laat ik je dan gelijk geven: ik zweef nu weer lekker verder op mijn roze wolk.

zaterdag 25 december 2010

Kerst

Kerst, het kan mij gestolen worden. Je mag je dikke kerstman, Coca-Cola truck en cadeautjes wel meenemen, of kindeke Jezus laat die maar in zijn kribbe liggen en de ster hoeft van mijn part niet aan de horizon te verschijnen. 'T is de illusie en het masker dat we elkaar voorhouden tijdens kerst wat me ergert. Gezellig met zijn allen samen zijn: ontbijten, brunchen, lunchen, dineren en uitgaan. Natuurlijk, het is volkomen logisch dat we dit met zijn allen doen te tijde van kerst.

Het geld laten we lekker rollen of de pinpas wordt meerdere malen door de gleuf van een pinautomaat gehaald, het kan allemaal tijdens kerst. Echter als je aan deze mensen zou vragen wat kerst betekent dan varieert het van het sexy lingerie-setje voor je vrouw die al op middelbare leeftijd is tot een nieuwe computerspel voor je jongere broertje die het spel nog niet mag spelen. Zul je ooit dat antwoord horen wat je hoopt te horen, allicht maar van de honderd mensen zullen er wellicht tien zijn die echt begrijpen wat kerst is.

Natuurlijk kun je jezelf de vraag stellen of kerst wel een echte betekenis heeft meegekregen, is het niet voor ieder persoonlijk wat zijn gedachte bij kerst is. Daar zit een zekere grote kern van waarheid in, maar let wel dat we dan met zijn allen mooi verkeerd bezig zijn. Constant maar het masker voorhouden, constant maar de illusie weer creëren, ieder jaar opnieuw. 

Eerste kerstdag is een zondag als iedere andere zondag in het jaar, vreselijk dus. Maar is het dan deze zondag dat we ons anders moeten gaan gedragen, mag ik dan niet mijn spel spelen op de console en vaderfiguur wel de krant lezen zoals hij elke zondag dat doet? Reden, omdat het spelletje te gewelddadig is en de krant niet. Het is deze dag, eerste kerstdag, dat we niks mogen doen dat gewelddadig is, zelfs niet als het een illusie is. We mogen daar in tegen wel gewoon het zelfde riedeltje afspelen zoals we dat elke zondag al doen, de krant lezen.

Is het deze twee dagen dat we lief voor elkaar moeten zijn en de andere dagen mogen we weer ons gang gaan. Weer het normale leventje lijden van lachen en huilen, van vallen en opstaan. Waarom maken we van het normale leventje geen illusie en van de illusie kerst het normale leven? Als het ons dan toch zo goed bevalt kun je er gelijk maar beter de standaard van maken. Wellicht is kerst wel commercieel gemaakt om zo ook een reden te hebben om blij en samen te zijn met alle andere bevolkingsgroepen (en sektes) die de geboorte van Jezus niet als reden hebben om te feesten.

Maar ach, dat is een verbeelding. Brengt me gelijk bij de muziek, iedere groot artiest maakt wel een kerstplaat die groots onthaalt wordt maar van de werkelijke kerstgedachte is geen sprake, of toch wel? Kijkend naar wat de standaard is voor kerst zou je kunnen zeggen dat de kerstgedachte juist beter dan ooit uit de verf komt. Gelukkig is mijn favoriete 'kerstnummer' niet bedoeld als kerstnummer. Eigenlijk zijn het twee nummers die mijn gedachte uitstekend verwoorden. Als eerste is daar natuurlijk John; John Lennon en zijn grote wens, zijn grote droom. Als tweede is daar Oasis en hun wens dat er liefde moet zijn, maar dat er niet is.

Kerst het kan me gestolen worden, maar als je wilt dan mag je de kerstboom laten staan, die vind ik nog wel oké. Echter mag je de kerstman, het symbool voor de commercie, en zijn truck meenemen en hoef ik die nooit meer te zien. En als je wilt, geef ons er dan John voor terug en het besef van wat kerst nu daadwerkelijk betekent voor de mensheid. Maar mijn grootste kerstwens...

vrijdag 24 december 2010

't Bloemenjurkje (deel vijf)

Een gure wind blaast over het uitgestrekte groene land, hier en daar glooit het heen en weer en doorbreekt een rotspartij het anders zo gladde groene grasland. In de verte trekt een donkere wolk een grijs gordijn van regen achter zich aan, het dorpje verderop wordt opgeschrikt door een vieze stortbui. Het hoort bij de streek, gelukkig zijn wij net op tijd het dorpje uitgewandeld en lopen we nu voorover gebukt tegen de wind in één van de weinige heuvels op. 

Wanneer we bovenop de heuvel zijn aangekomen begint de zon door te breken en doorboort deze tegelijkertijd de donkere wolken die zich hadden samengepakt boven het land. Verderop begint de zee, vliegen de meeuwen over het strand en zijn enkele zwarte stipjes zichtbaar dat waarschijnlijk vissersboten zullen zijn van het verderop gelegen dorp. Wij staan met zijn tweeën hand in hand boven op de heuvel, zover te kijken als het oog rijkt.

In haar chocolade bruine haar zit een roze bloem die ik aan de voet van de heuvel voor haar heb geplukt. Het stelt niks voor, maar het heeft vooral een symbolische waarde, net zoals we nu hier staan met zijn tweeën, maar toch ook weer alleen. We zijn niet gescheiden van elkaar, maar we vinden het fijn om beide alleen te zijn en onze eenzame zielen zijn hier bovenop deze groene heuvel in een gevlochten als één gelukkige ziel.

De storm is voorbij getrokken over het dorp en zijn omringende weilanden, deze zijn weer een stuk vruchtbaarder geworden door deze kortstondige hevige regenbui. Het goudgele maïs golft heen en weer en de wind lijkt de choreograaf te zijn van het schouwspel dat plaats vindt. Boven de maïs vliegen de donkere eksters opzoek naar waardevolle en glimmende voorwerpen, dreigend maken ze korte duikvluchten om vervolgens weer omhoog te schieten en wij vallen, staan weer op, rennen en dansen door de drassige grond en de in volle bloei staande maïs. 

De wind laat de zorgen uit onze hoofden waaien en de warmte van de zonnestralen brengen geluk en zorgeloosheid met zich mee. We kijken in elkaars bruine ogen, beiden met een twinkeling en een grote glimlach van oor tot oor daaronder. Het is goed, er niks aan de hand... ik weet het zeker.

donderdag 23 december 2010

Radio Supernova (proloog)

Het drumwerk wordt stevig ingezet met daaropvolgend scheurende gitaren en een raspende stem, tegelijkertijd komen de boten op het beeldscherm snel in beweging om op zoek te gaan naar die ene grote rode boot van waar uit de meest briljante muziek van de eeuw op wordt gedraaid. Uit protest zenden ze illegaal uit, de publieke omroep heeft maar een uurtje over voor de meest vunzige muziek van het moment, de popmuziek. Gelukkig waren daar de piratenzenders die hier verandering in brachten en tegen de overheid in gingen. Zelfs op de momenten dat het niet nodig was, maar omdat zij, en de luisteraars, het prachtig vonden om te doen.

Inmiddels rolt de aftiteling van het scherm met wellicht één van de meest bijzondere artiesten van de late jaren '70 en begin jaren '80, David Bowie, en onderwijl komt de ene naar de andere bijzondere albumhoes voor bij geflitst. De film is afgelopen en op de bank zitten wij met zijn drieën als jongens van de leeftijd dat we net volwassen zijn geworden, of in mijn geval nog moeten worden; Henk, de kleinste, meest wijze, oudste en droogste van ons drieën; Hayden, de filosoof en wandelende muziek-encyclopedie, en diep van binnen een redneck met hippie ideeën, als laatste ben ik er nog; Sebastiaan of Sebas, de jongste, meest gevoelige en drukste van het ongeregelde stel. Allen hebben we een voorliefde voor wellicht de mooiste kunstvorm (en meest commerciële) op aarde, de muziek. Bijkomend voordeel is dat we ook nog eens dezelfde smaak hebben en daar waarin we verschillen, vullen we elkaar aan.

Op een mooie nazomerse schooldag ontstond dan ook het idee om een eigen radioprogramma te maken, in de eerste maand stapelden de ideeën zich op en al snel waren we op Twitter te vinden waar in Hayden en ik elkaar afwisselden om onze nummers door te geven die wij luisterden op dat moment. Dit om de 'luisteraars' kennis te laten maken met de meest briljante muziek van de vorige eeuw, de jaren '60. De jaren waarin de pop/rock opnieuw werd uitgevonden en waarin je nog kon rebelleren tegen je ouders, leraren en de overheid en dat altijd samen met je vrienden. Het idee was dan ook om met ons eigen radiostation dit gevoel van nostalgie een beetje terug te laten komen met de muziek van toen en de vergeten muziek van nu.

Het radiostation kreeg de naam Radio Supernova (op zijn Engels uitgesproken), 'gestolen' van mijn favoriete britpop-band Oasis waarin zij in de clip van Stand By Me, uit het jaar 1997 afkomstig van het album Be Here Now, werken bij een fictief radiostation met dezelfde naam. Nadat de naam verzonnen was kwam het idee op een laag pitje te staan, maar nu, nu we onze grote inspiratiebron The Boat That Rocked hebben gezien, is het tijd om weer volop aan de slag te gaan. Het concept ligt er, de locatie is er, nu nog de toestemming van, hoe ironisch, school en wij kunnen aan de slag. Radio Supernova is on air!

dinsdag 21 december 2010

't Bloemenjurkje (deel vier)

Het azuurblauwe water in het ovaalvormige zwembad ligt er spiegelglad bij, er staat geen zuchtje wind en de zon laat zijn warmte stralen over de mensen die liggen te baden aan de kant van het zwembad in de houten ligstoelen. Diep onderuit gezakt genieten we van de zomer die in volle gang is, van mijn laatste dag dat ik nog kind ben en de voorlopig laatste dag thuis; morgen is het namelijk zover dat Lowlands wordt opgezocht. Drie en halve dag vrij zijn, vrij zijn als de vogels waar ik ons tweeën altijd zo vaak mee vergelijk en de belofte inlossen die ik aan haar maakte toen we uit de trein stapten op weg naar mijn nederige stulpje waar hetzelfde zwembad zich bevindt.

Opeens wordt de rust verstoord door het gekraak van een ligstoel en het daaropvolgende gespetter van water dat opspat en neerkomt op de gloeiend hete stenen die het zwembad omringen. Ze is het zwembad ingesprongen met haar witte bikini waar een zwart bloemetjes patroon op is geborduurd om het geheel op te leuken. De donkere krullen zijn verdwenen door het chemische azuurblauwe water dat het zwembad vult, in plaats daarvan hangen de haren nu nat langs haar gezicht tot net voorbij haar schouders. Het water sijpelt van haar bovenlichaam weer terug in het water en door haar aanblik besluit ik ook een duik te nemen in het verkoelende water. Ik besef mij wanneer ik samen met haar in het zwembad rond dobber de vakantie in volle gang is, het vrije leven net weer op gang gekomen is en morgen daadwerkelijk los zal gaan.

De trein is overvol richting het anders zo vredige plaatsje maar dat nu wordt opgeschikt door de ene na de andere muziekliefhebber, de één onder invloed van de drugs en de ander broodnuchter maar onder invloed van het geluk dat deze ongeregelde zooi uitstraalt. Zo ook wij met zijn tweeën. We staan er redelijk timide bij en kijken onze ogen uit als nuchtere Friezen, de een na de andere rare uitdossing komt voorbij; mensen gehuld in ducktape en weer een ander die nog redelijk normaal te noemen is met een biertje in de hand en bijbehorende Oranje-uitdossingen die je alleen draagt tijdens het voetbal of onze nationale feestdag. Wij zijn alleen maar gehuld in een licht blauw geruit overhemd en zij in hetzelfde frivolen bloemenjurkje, zoals altijd op fijne momenten.

De trein komt tot stilstand en het dorpje wordt weer opgeschrikt door de jaarlijkse festivalganger, wij lopen mee in de stroom richting de pendelbus die al ronkend staat te wachten op zijn passagiers. Op vertoon van ons toegangskaartje mogen we de bus in van de vriendelijke ogende buschauffeur met zijn hippie krullen, bijpassende bril en shagje die half in zijn mond hangt. Hij is al bijna toe aan zijn pensioen en zijn rimpels doen dit vermoeden alleen maar bevestigen. Wanneer de bus in beweging komt denk ik voor een moment even een lichtflits te zien en in een andere wereld te zijn beland met langs de kant een bord dat Woodstock nog 6,9 kilometer is. Ik kijk om mij heen en zie alleen maar kleurloos staal, lange haren met haarbanden en akoestische gitaren. Buiten zie ik dezelfde soort mensen in de berm slenteren met koffers, tassen en zo nu en dan ligt er een groepje in het gras omhoog te staren en de drug aan elkaar door te geven.

Opeens fluistert iemand wat in mijn oor, we zijn er en ik word wakker uit mijn fantasiebeeld, maar wanner ik een blik werk op de chauffeur bij het uitstappen krijg ik een knipoog die het alleen maar vreemder maakt. Gelukkig maal ik er niet om want het beeld was prachtig, een droom, maar lang zo mooi niet als de werkelijke droom waar ik al enkele maanden in leef. Het wordt zelfs nog mooier wanneer ik dan eindelijk het festivalterrein betreed en al wat verschillende jamsessies om de oren krijg van mensen die hun tentje al hebben opgezegd en lekker rustig aan het relaxen zijn, aan het genieten zijn van het vrije bestaan.

Nadat wij onze tent ook hadden opgezet, hebben we het rustig aan gedaan door wat rond te slenteren hand in hand over het terrein. Inmiddels zijn we een dag verder en is het festival daadwerkelijk begonnen, we gaan van tent naar tent, van artiest naar artiest en genieten met volle teugen. Een constante glimlach hebben we op ons gezicht dezer dagen, zelfs nu we naar de op één na grootste tent lopen op het festival op de laatste dag. Er staat namelijk een hele bijzondere zangeres op het programma.

Het rode haar golft op en neer wanneer ze het podium op komt lopen en ze steelt onze harten wanneer ze zichzelf en de band voorstelt in haar schattige Engelse accent. Ze neemt plaats achter de piano en het eerste nummer wordt ingezet, vanaf dat moment, tot en met het einde, zie ik één grote film voor me waarin alles wazig is behalve datgene wat ik zo graag wil zien. Van Hyde Park tot het muurtje bij de haven, van het restaurant tot aan de fantasie die ik een paar dagen eerder had in pendelbus hier naar toe. Ik zie ons weer rennen van metro tot bus en van bus naar trein, we genieten en staan arm in arm zachtjes mee te zingen. Zij in het melancholische gefluister en ik in met een zachte doch zware stem vol tederheid. De gevoelens hebben ons de weg gewezen en we zijn geëindigd, maar gaan voorbij dit punt omdat de gevoelens nu aan elkaar zijn geketend voor een onbepaalde periode. We vliegen hoger dan we ooit hebben mogen dromen en het bloemenjurkje wipt hoger en wilder, maar mooier, dan het ooit heeft gedaan.

zondag 19 december 2010

't Bloemenjurkje (deel drie)

De straatlantaarn laat zijn licht vallen op het met graffiti bedekte muurtje en op de achtergrond rookt de boot nog na van zijn lange reis van de oostkust van Engeland naar de westkust van Nederland. In de schaduw van het muurtje is een omtrek te onderscheiden; de schouders omhooggetrokken, het haar staat warrig omhoog, de armen stevig over elkaar geslagen en de voeten staan standvastig op de droge grond. De borstkas lijkt niet te bewegen, ze houdt haar adem in en het jurkje hangt stil in de lucht, geen wind die het omhoog wipt zoals anders het geval is. Het bewegen van de ledematen is opgehouden, het dansen is gestopt. 

Een donkere stip wordt zichtbaar op de grond, gevolgd door nog één, ze huilt. De borstkas begint zichtbaar heen en weer te bewegen, evenals de schouders die schokkerig naar beneden gaan. Het hoofd wordt naar beneden gebogen en ze slaat haar handen voor haar gezicht. Ik sta er teleurgesteld bij en kijk toe, ik laat haar haar gevoelens de vrije loop gaan. Natuurlijk had ik net zo goed een arm om haar schouder kunnen slaan, haar in mijn armen nemen of een bemoedigende kus op de wang kunnen geven, echter lijkt me dit niet geschikt op dit moment.

We zijn net terug gekomen uit Engeland, drie weken nadat het eigenlijk had gemoeten, het geld en de brandstof is op, er moet worden bijgetankt. Eigenlijk willen we wel naar huis, terug naar het hoge noorden waar onze ouders en vrienden zijn. Zelfs ik wil naar huis terwijl ik als grootste droom had om vrij te zijn en rond te trekken, toch valt het mij vies tegen. Ik mis de zorg van mijn moeder, het gezeur van mijn vader en het heen en weer gevlieg van mijn beide broers.

Ondertussen heeft ze haar handen weggehaald waardoor haar gezicht niet meer verscholen is achter de zachte vingers en is ze het licht in gestapt, dichter naar mij toe. Het schijnsel dat op haar valt accentueert de lieve rondingen van haar gezicht; de neus, de wangen en natuurlijk de sprekende bruine ogen. Waar er anders de twinkeling in te zien is van het gelukkige, vrolijke en vrije leven, is het deze keer treurnis en zijn ze nog rood door de tranen die haar oogkassen zo juist hebben gevuld. We  kijken elkaar recht in de ogen aan; zij ziet mijn van acne overladen gezicht dat bescheidenheid en zorgzaamheid uitstraalt, mijn ogen spreken medeleven uit en de mondhoeken hangen een beetje naar beneden. Zonder een woord te zeggen gaan we op pad, we weten waar we heen willen: thuis.

De mensen in de trein zitten rustig met drinken en wat leesvoer te wachten tot de trein in beweging komt, we nemen plaats achter in de coupé, zij bij het raam en ik aan de kant van het gangpad. Onze kaartjes hebben we gekocht van het allerlaatste geld dat we nog hebben en onze wegen scheiden zich op een gegeven moment, gelukkig zitten we samen nog enkele uren in de trein totdat dat moment plaats vindt.

De trein komt schokkend tot stilstand, een vluchtige kus op haar mond en ik loop richting de deur van het treinstel. Wanneer ik mijn eerste stap zet op het perron wordt mijn hand vast gepakt en zegt een zacht melancholisch gefluister dat ze met mee wil. Verderop op het station zie ik mijn moeder wachten en aan haar blik zie ik dat het goed is, ze mag mee. Samen lopen we over het perron in het holst van de nacht, de maan is duidelijk zichtbaar aan de hemel en de zorgeloosheid is weergekeerd in onze hoofden. Ik zie haar bescheiden witte glimlach en onderwijl knijpt ze zachtjes in mijn hand.

Ik zeg haar dat er eens weer een moment komt dat we samen rondrennen over de verschillende perrons en straten door verscheidene steden om het openbaar vervoer te halen. Dat we ooit weer eens rondvliegen als vogels die vrij en gelukkig zijn, maar dat we nu moeten genieten van de stevige grond waar we opstaan en het leven moeten gaan leiden wat we normaliter zouden moeten leiden op onze leeftijd. Tegelijkertijd zeg ik haar dat de zomer voor de deur staat en er dan weer een moment is dat we onze vleugels uitslaan: ik in een kleurig overhemd en zij in dat jurkje waar we zoveel plezier in beleefd hebben, in het frivolen bloemenjurkje.

vrijdag 17 december 2010

't Bloemenjurkje (deel twee)

De krakkemikkige vissersboten deinen gevaarlijk heen en weer, ze botsen tegen elkaar en de oude met mos bedekte kant op. De wind waait straf door de haven en ondertussen beginnen de eerste druppels zich los te rukken van de donkere stormachtige wolken boven de kust. Een gordijn van regen stevent af op de haven, de boten beginnen nog heviger te deinen en klapperend valt er een bord om op straat. Het gerecht van de dag valt niet meer te lezen voor ons tweeën, toch besluiten we naar binnen te gaan en te schuilen voor het aanstormende weer. Ondertussen zie ik nog twee oude bebaarde mannen de kant op stappen en lopen ze rustig naar de kroeg aan de overkant, de deur gaat open en het gelach en het klinken van het vele bier is duidelijk hoorbaar. Bij ons is het een stuk rustiger, hier en daar zitten wat mensen aan het tafeltje te genieten van hun eten, één van die gerechten zal vast het gerecht van de dag zijn. Aan de bar rookt een meneer op leeftijd zijn zoveelste sigaar wat te zien valt aan het sigarendoosje waar nog twee in liggen te wachten om op gerookt te worden en de asbak die er direct naast staat waarin nog enkele sigaren na smeulen.

We kiezen voor een tafeltje bij het raam, ondertussen klettert de regen al tegen het glas en gaat het buiten te keer. Op het houten tafeltje staat de menukaart, een zout- en peperstel en het bestek dat ernaast ligt is gereed om gebruikt te worden. Mijn vrouwelijke metgezel pakt de menukaart en vraagt aan me wat ik wil voor drinken, want de bediende staat al bij ons tafeltje gewapend met pen en papier om onze bestelling op te nemen. Ik kies voor de koffie en mijn metgezel voor de thee. Wachtend op de bediende tot ze terugkomt met het drinken praten we met zijn tweeën over London dat alweer achter ons ligt, we zijn samen verder gegaan waar de anderen zijn opgehouden.

Dit zal ongetwijfeld commentaar opleveren, maar raken doet het ons weinig, want London was geweldig en samen zijn we de trein opgestapt op weg naar het hoge noorden. Onze reis bracht ons veel ontmoetingen, indrukken en mooie landschappen, en nu bevinden we ons in het restaurant waar ik een jaar geleden dezelfde koffie heb besteld, tenminste dat is waar ik op hoop. Deze plaats staat me in het geheugen gegrift, hier heb ik een verjaardag gevierd en gezeten met een geweldige groep mensen, maar hetzelfde gevoel als toen heb ik niet. Nee, het is zelfs beter als toentertijd en dat komt door maar één persoon waar ik de gevoelens van krijg die ik al zo lang wens te krijgen en geef ik de gevoelens die ik al zo lang koester aan haar.

In London danste ze en tijdens de reis hiernaar toe danste ze, zelfs als ze niet danste, ze bleef dansen in mijn hoofd. Dan weer in hetzelfde frivolen bloemen jurk en anders wel in een simpel wit t-shirt met een donkere spijkerbroek eronder met een stel simpele donkerrode All-Stars, alle keren bleven de donkere krullen in mijn hoofd heen en weer deinen door het eeuwig durende gedans. Tijdens mijn dromen en tijdens het zitten in de trein of bus, elke keer weer. Wanneer we met elkaar praatten klonk het als een zacht melancholisch gefluister, geen enkele keer was het gewoon.

Nu ook weer, nu ze tegenover me zit en met een starende blik naar buiten kijkt haar hoofd steunend op één van haar zachte handen, de ander hand beroert de thee door middel van de lepel die ze vast heeft. Onderwijl stijgt de aroma van de koffie voor mij naar boven, richting mijn neus en snuif ik deze op, het is dezelfde koffie als die ik een klein jaar geleden had. De eerste slok die ik neem voelt nog specialer aan als op mijn verjaardag toen, er lijkt een geheim ingrediënt in te zitten, echter hoef ik niet te weten wat, want ik wil het niet verpesten voor mezelf.

Op dat moment vraag ik me af of het wel verpest kan worden, natuurlijk hebben we onenigheid gehad en niet met elkaar gesproken voor meerdere dagen, maar vanaf het moment dat zij toegezegd heeft toen ik haar vroeg onder die ene boom in een park met op de achtergrond de gitarist en pianiste wist ik zeker dat het nergens meer fout kon gaan. Zonder aarzeling zei ze zachtjes maar krachtig ja en haar blik sprak boekdelen; vastberaden en met dezelfde twinkeling die ze al de gehele week dat we samen waren bezat.

De regen klatert nog steeds hard tegen het raam aan en ondertussen wordt het gerecht al geserveerd, het is de specialiteit van de dag wordt mij vertelt. Ik zie een gebakken vis liggen, met wat groentes en goudgele gebakken aardappeltjes die de vis completeren. De vis lijkt op een zalm en nadat ik de eerste hap heb genomen wordt mijn vermoeden bevestigt. Samen genieten we van het gerecht en nadat het nagerecht ook geweest is besluiten we hier te overnachten met het weinige geld dat we nog hebben.

Hoe lang we deze reis nog kunnen voortzetten is voor ons een vraag, het geld is bijna op maar de brandstof om door te gaan is er nog steeds. Geen idee wat de toekomst ons zal brengen, wellicht besluiten we om morgen huiswaarts te keren en anders gaan we door naar ergens. We wijzen elkaar niet de weg, maar worden de weg gewezen door de gevoelens die we voor elkaar koesteren.

zondag 12 december 2010

't Bloemenjurkje

Het lentebriesje waait over de druk bevolkte straat. De mensenmassa die links en rechts van mij langs lopen is een grote grijze massa die ik niet zie. Ik zie geen gezichten, geen koffers of tassen die ze bij zich dragen: ik zie alleen maar grijs. De enige kleur die ik zie staat in het midden van de massa, ze lijkt te dansen en het zwarte frivole jurkje met een schattige bloemen print wipt omhoog bij elke pas die ze zet. De wind heeft hier een aandeel in, maar het is toch vooral haar eigen beweging die het zo doet zwaaien. Het lijkt mij te wenken en ik verlang naar de persoon in het jurkje, mijn hand tast ernaar maar grijpt mis. Ze plaagt me en nog een keer probeer ik het meisje met de donkere bos krullen en twinkelende bruine ogen te pakken te krijgen. Deze keer lukt het me en grijp ik haar hand vast. Samen staan we te dansen op Oxford Street te midden van de grijze massa en ergens verderop tokkelt een jongeman met baard op een gitaar. Hij zingt over de zon en de lach die terugkeert bij de mensen omdat de lente is aangebroken. 

Zou de gitarist in de gaten hebben met wat voor geluk hij ons vult? Waarschijnlijk niet, maar het doet er ook niet toe, dit moment van toeval of lot koester ik voor de rest van de dag, week, maand, jaar en leven. Ondertussen loopt de grijze massa door en weet ik ze nog steeds geen gezicht te geven, soms zie ik iets roods en dan weer wat blauws, maar wat het is? Geen idee en ik wil het ook niet weten. Ik heb alleen oog voor degene die naast mij loopt. Het briesje waait ondertussen op dezelfde kracht door, de zon schijnt door de wolken heen en Mr. Blue Sky lacht me toe. Wellicht ben ik nu deze goedlachse meneer en is zij de goedlachse mevrouw; de witte wolken die de lucht altijd compleet maken op een stralende lentedag, zoals deze?

Onder ons vliegen de vogels fluitend rond. Ze mogen dan overal hun munitie loslaten, zelfs op mijn bos krullen als ze er zin in hebben, het kan mij niet deren. Ook niet als ze de munitie loslaten op het moment wanneer ik samen met haar snel naar de dichtstbijzijnde Underground ren om de metro te halen en we over de toegangspoortjes heen springen omdat we het geld niet hebben om het te betalen. Schreeuwende medewerkers achtervolgen ons, maar net op tijd springen we in een metro die richting het donkere rijdt.

In de metro zit dezelfde grijze massa als zo net, nog steeds kan ik ze geen gezicht geven. Wanneer ik om mij heen kijk zie ik alleen maar vage omtrekken van reclameaffiches die op de wanden van de metro zijn geplakt en lichtflitsen van de tunnel waar we doorheen rijden. Zo nu en dan schokt de metro heen en weer en helt deze over naar links of rechts wanneer we een bocht maken. Opeens komt er een piep in mijn gehoorveld terecht en begint het metrostel heftig te schokken. Ik pak de paal waar ik tegen aan sta steviger vast en druk de twinkelende oogjes dichter tegen mij aan, de metro remt voor wat de eindhalte blijkt te zijn.

Wanneer we buitenstaan moeten we wennen aan het felle zonlicht en waait dezelfde verfrissende lentebries ons tegemoet. Gelukkig zijn we weg uit de donkere, smerige en stinkende metro en lopen we weer rond waar we ons het beste voelen. Op het enige verkeersbordje dat voor mijn ogen scherp is in de hele omgeving zie ik dat Hyde Park rechtdoor is. Het valt mij nu pas op dat alles vaag is voor mij, behalve het frivole bloemenjurkje naast mij en datgene wat ik graag wil zien, of moet zien, zoals het bordje met Hyde Park. Zelfs de weg voor mij is vaag, maar mijn voeten lijken wel te weten waar ik heen moet en dus volg ik ze naar daar waar ze me toe dragen.

Opeens hoor ik dezelfde zang als zo net op Oxford Street en hoe dichter we bij Hyde Park komen hoe luider de stem wordt. Deze keer zingt hij een lied over een zangvogel, wanneer ik het vrij vertaal vanuit het Engels. Ergens verder op staat een meisje met een keyboard en rood haar een liedje te zingen over een stel dat de liefde voor elkaar vergelijkt met... vogels. Ze dreunt en zingt het op een manier die we alle twee uit duizenden herkennen, daarnaast zie ik haar scherp, net zoals de tokkelende gitarist met het lange haar en bijbehorende baard. Opeens besef ik me dat dit geen toeval kan zijn, maar dat het 't zo bepaald is door iets of iemand...

Weer dansen we, dit keer op groene grasvelden met twee muzikanten die ons begeleiden met twee verschillende nummers maar die samen met onze dans worden verworven tot iets dat voorbij gaat aan ons menselijke brein. Dit wat er speelt is niet te verklaren met een nuchter of zwevend intellectueel brein, maar moet je ervaren en over je heen laten komen tot het einde, wanneer dat ook maar moge zijn. We gaan zitten onder de boom en ik besef me dat ik me nu bevindt op de Strawberry Swing.

donderdag 2 december 2010

Lowlands

Het is 18 augustus, een zomerse dag die midden in de zomervakantie plaats vindt en het begin inluidt van wat de mooiste vier dagen moeten worden in mijn tot nog toe vroege leven. Tevens is het mijn verjaardag, ik word namelijk achttien en mag beginnen aan het voor mij fel begeerde roze papiertje. Traditie getrouw begint men in mijn familie dan ook op deze dag met de eerste rijles, echter moet ik geduld op brengen en nog enkele nachtjes wachten tot ik achter het stuur mag kruipen. Niet dat ik dat al eerder gedaan heb, maar deze keer is het extra speciaal. Maar om mijn achttiende verjaardag op een prachtig festival te vieren is natuurlijk extra bijzonder, je wordt maar een keer achttien in je leven. Het is vandaag namelijk de dag dat ik naar A Camping Flight To Lowlands Paradise ga, kortweg ook wel Lowlands genoemd.

Gelukkig ga ik niet alleen en neem ik een stel ongeregeld zooitje mee naar dit ook al zo ongeregelde zooitje tenten. Het zijn drie en halve personen; als eerste is daar Haje, muziek liefhebber en redneck bij uitstek, tevens filosofeert hij er lustig op los, heeft hij een zwak voor groene ogen en is dit zijn Lowlands-ontmaagding; dan nummer twee is Jelmer, Cambuur-supporter en vriend van mij de Heerenveen-aanhanger en (sport)journalist in hart en nieren, daarnaast is hij schizofreen als de malle, want hij denkt een ware Casanova te zijn en wordt ook hij ontmaagd; en last but not least is daar Jeroen, koning droogkloot, journalist en een ware muziekliefhebber getuige zijn platenspeler, ook voor hem is het een Lowlands-ontmaagding. Het halfje is Renske; de dame uit 058 en een ware veteraan wat betreft Lowlands (de vierde keer) en met haar zeer charmante klungelige voorkomen heeft ze het hart gestolen van een stel bruine ogen.  Ze is het halfje omdat ze met een andere groep erheen reist, maar wel met ons gaat "chillen".

Dus, wij gaan met zijn vieren op weg naar Biddinghuizen en zullen daar dan waarschijnlijk Renske treffen, als ze heel aangekomen is tenminste. Het is een zonnige dag en alles lijkt mee te zitten en ik heb het voorgevoel dat het alleen nog maar beter gaat worden. De reis zou niet al te lang duren op papier, maar in de praktijk lijkt dit anders te zijn; auto, auto, auto, auto en vanzelf ontstaat daar de welbekende file. Toch zijn we aangekomen en lopen we op de camping rond en kijken we onze ogen uit. Zo lopen de ducktape-ridders al rond, gelukkig zijn we gewaarschuwd door ervaringsdeskundige Renske en hebben we ze (nog) niet nodig. Al snel vinden we ons plaatsje en slenteren we de rest van de dag rond over de camping, ontmoeten we mensen en praten we wat af. We duiken de tent in en het werd een nog onrustige nacht.

Dag 1, 19 augustus, het festival gaat dan echt beginnen. Zomers weer en men is in een opperbest humeur. Jelmer kan zijn hormonen al snel moeilijk in bedwang houden, Jeroen kijkt welke bands er spelen en stippelt onze muzikale ervaring uit en het olijke duo Renske en Haje hebben meer oog voor mekaar dan dat  ze dat hebben voor Jeroen zijn 'vergadering'. Ik sta er bij en kijk er naar met alle plezier van de wereld, mijn dag kan al niet meer stuk en kijk ondertussen over het festivalterrein. Renske had gelijk met haar woorden dat er genoeg leuke meisjes voor mij rondlopen, maar daar ben ik niet op uit want als het voorbestemd is dan komt er vanzelf wel wat op me af, toch?

Ja, is het antwoord. Opeens zie ik Jelmer niet meer smachtend kijken, hoor ik Jeroen niet meer praten en waar zijn Renske en Haje gebleven? Het enige waar ik oog voor heb is die bril, die blik en die lach. Het kan toch niet?! Ik vraag Jeroen om me in mijn arm te knijpen, want ik heb het idee dat ik droom. Verrek, ik voel het... Nog een blik en er kan geen andere mogelijkheid bestaan dan dat ik daar Mary zie lopen. Wat er toen is gebeurd kan ik me vaag herinneren, ik zou het zo geloven wanneer ik met een spoor van kwijl zou zijn weggezweefd richting die bril. Gelukkig durf ik het aan om een praatje te maken en ze blijkt, zoals verwacht, erg aardig te zijn. Jammer genoeg word ik keihard uit deze realistische droom geholpen door een  Jelmer die aan me arm sleurt.

Zo lopen we met zijn vijven richting de Alpha-tent, de grootste die op Lowlands te vinden is: de bedoeling is dat we daar een concert gaan zien van Beady Eye. Ik vraag aan Haje wie dat ook al weer was, maar die heeft al geen oog meer voor mij, alleen voor het stel groene ogen wat er naast hem loopt, wat ook wederzijds lijkt te zijn. Dan maar Jeroen, de enige die nog niet onder invloed is van zijn hormonen - heeft hij die wel eigenlijk? - en hij geeft een duidelijk antwoord en vertelt mij dat ik er op stond om deze band te gaan zien. Oasis 2.0 zou het zijn volgens hem, nou ja ik zie het wel. Even later staan we in de tent en hoor ik de welbekende klaagzang en word ik echt wakker geschud. De dag snelt voorbij, met verschillende optredens, een zoenende Jelmer met een dronken meisje die veel te oud lijkt te zijn voor hem, Jeroen die aangeschoten aan de Grolsch Bar zit en Renske en Haje die nergens meer te bekennen zijn.

De twee dagen daarna zijn niet veel anders en al snel weet ik ergens nog te concluderen dat ik in de hemel ben. Want al snel wordt het feest helemaal compleet gemaakt door de aanwezigheid van Mary - zo blijkt ze ook nog eens echt te heten. Met een geleende akoestische gitaar van een jongen genaamd Sjimmie (inclusief afro-kapsel) probeer ik een serenade aan haar te brengen met het nummer The Wind Cries Mary. Gelukkig bleef het bij proberen, want het was tien keer niks in mijn herinnering. 

Nu zit ik thuis, dit te typen en heb ik net mijn eerste rijles achter de rug. Wat er tussen het moment van de zoen met mij en Mary is gebeurd weet ik niet meer. Ergens zie ik vage vlagen van een in elkaar geknoopte Haje en Renske, Jeroen die op een tent staat te springen en Jelmer... hè waar is Jelmer? Het zal ook wel, een mooier verjaardagscadeau kan ik me niet herinneren: eentje die vier dagen duurde, hoe vaak krijg je dat nog? Maar wat zal volgend jaar mij opleveren? Een enkeltje Lowlands in plaats van een retourtje? let's hope so. Want was elke week maar een droom waar we in leefden.

maandag 29 november 2010

Friends

Een tijd terug begon hij ooit een serie over een meisje dat bij hem op school zat, hij verloor zichzelf toentertijd in de gevoelens jegens haar. Hij kende haar niet eens, maar kon niet anders doen dan elke pauze en elk moment dat ze in dezelfde ruimte bij elkaar waren staren in die grote heldere blauwe ogen van haar. Ze staan hem nog helder voor de geest wanneer hij er aan terug denkt en uiteindelijk was hij zijn zelfbeheersing kwijt en begon de serie vernoemd naar de beroemde actrice waar hij gek van was, en nog steeds is en zal blijven. Waar de serie eerst begon met de zoektocht om achter haar naam te komen, want die kende hij niet eens, werd het al snel een serie waarin hij al zijn gevoelens voor iemand van het vrouwelijke geslacht in kwijt kon. Zo bleef het niet bij dat ene meisje met de grote blauwe ogen, maar kregen ook anderen een hoofdrol.

Wanneer men de hoofdrol kreeg was dat geen goed teken, meestal kreeg ze deze omdat ze onbereikbaar was, vandaar ook de titel, en niet omdat het zo goed liep of de gevoelens wederzijds waren. Inmiddels telt de serie tien delen en wellicht dat de toekomst nog meer zullen brengen, maar vandaag wil ik de allereerste spin-off presenteren, zoals ze dat in de multimedia-wereld noemen. Een spin-off die gedeeltelijk over mezelf gaat, maar meer over mijn vrienden en mensen om me heen. Vandaag sta ik vanaf de zijlijn toe te kijken en zal ik schetsen wat ik zie, hoor en voel.

Natuurlijk zie, hoor en voel ik zelf ook nog en sta ik op het punt om mezelf weer eens te verliezen in een paar bruine ogen. (Terwijl ik die zin typte betrapte ik mezelf op de gedachte of ik mezelf wel ooit verloren heb in die twinkelende bruine ogen, die een constante nuchterheid bezaten die alleen voorkomt bij iemand die van het boerenerf komt.) Het lijkt wel of is dit gevoel mijn brandstof om te kunnen blijven leven en moet dat eens in de zoveel keer bijgevuld worden... en dat spreek ik niet tegen. 

Zo ook deze keer waarin ik dan wel wat voel voor iemand die een klas lager zit en een andere opleiding volgt, maar het vooral wordt bijgevuld door de gevoelens van andere mensen, van mijn vrienden. Uiteindelijk blijf ik een hoog-gevoelig persoon en pik ik deze signalen op en komen ze tien keer harder binnen, maar daarom heeft het nu een punt bereikt dat het me stimuleert om door te gaan met mijn eigen ding, zelfs zonder laptop! Want wat is er mooier om te zien dan vrienden die v-woord zijn en jij ze daar in helpt. Oké, het zou natuurlijk nog mooier zijn als dat nu ook eens bij mezelf gebeurde, maar iemand zal wel anderen bedoelingen met mij hebben vooralsnog en daar heb ik me voorlopig ook bij neergelegd.

Bij de een wil het niet vlotten, de andere is in afwachting hoe het gaat lopen en de laatste die zit nog in onzekerheid of het wel daadwerkelijk wat gaat worden. Ook zijn er mensen die al negen maanden lang op een roze wolk leven onder de blauwe lucht, zelfs wanneer deze grijs gekleurd is. Zelfs bij degene bij wie het niet wil vlotten moet het toch ergens wel fijn voelen: ook wanneer ze maar niemand kunnen krijgen, zelfs niet een kast van een niet nader te noemen Zweedse winkelketen. Of de andere die in afwachting is hoe het gaat lopen en maar constant hoop blijft koesteren op dat het wat zal worden en het gevoel niet los wil laten. Een fijn gevoel, dat je soms ook keihard met de neus op de feiten kan drukken, wanneer je dan mijn naam draagt. Echter heb ik er bij deze meneer veel vertrouwen in dat het wel goed komt. Maar dan de laatste, wellicht de mooiste situatie. In onzekerheid leven of de gevoelens wel wederzijds zijn en nog aan het aftasten is, maar wel constant zijn gedachtes verliest in de kleur van de ondergrond waar de domste sport ter wereld op wordt gespeeld. Schitterend, vooral wanneer je daar in kunt helpen, zoals je al eerder gedaan hebt. 

Het leven mag dan een bitterzoete symfonie zijn, deze dingen zorgen ervoor dat het toch een mooi rood, blauw of groen randje krijgt. Zoals ik al zei stimuleert het mij om door te gaan en de problemen die ik heb te doen vergeten. Langzaam krabbel ik op uit het diepe dalletje en dat komt allemaal door anderen, door mijn vrienden. Maar nu denk ik toch echt even aan mezelf en ga ik mezelf verliezen in een bos krullen, stralende glimlach en twinkelende bruine ogen. Of om het boers te zeggen en wat ik al constant denk nu ik dit stukje typ, wat een puberaal ge(***) is het toch ook of denk ik hier nu verkeerd en te negatief?

zondag 7 november 2010

All Around the World

"I need to be myself, I can't be no one else" Het zijn de eerste twee regels van het briljante Oasis nummer Supersonic en het geeft perfect weer wat ik op dit moment denk en voel. De laatste tijd is het namelijk zo dat ik op moet boksen tegen het kleine wereldje waar ik in leef. Ik word in dit kleine wereldje namelijk tegengehouden wanneer ik even tegen de stroom inga of buiten de lijntjes kleur. Gelijk word ik tot de orde geroepen en moet ik me weer gedragen naar de maatstaven die iemand anders heeft gesteld. De andere kant van dit vrijbuiters verhaal is dat wanneer ik daadwerkelijk buiten de lijntjes zou gaan kleuren het begint te lijken op krassen en ik de weg terug naar het zwarte lijntje niet meer kan vinden. Ik eindig in de goot en red je reet maar is dan het credo in dit kleine kikkerlandje. Niet alleen in dit landje geldt deze ongeschreven wet, maar in alle westerse of andere stinkende rijke landen.

Mocht het op een moment dan zo zijn dat het even wat minder met me gaat en ik graag een handreiking van een naaste wil, dan wordt mijn hand niet aangenomen. Want waarom zouden ze mij wel helpen als ik toch altijd kwaad werd. Mensen hebben zelf niet in de gaten dat ze altijd maar in het verleden leven of de negatieve dingen onthouden, je kunt nog zo hard je best doen om van je imago af te komen uiteindelijk blijft het je leven lang achtervolgen. Want wanneer ik me best doe dan zie ik er niks van terug en doe ik het verkeerd dan ben ik gelijk het bokje. Het klinkt als zelfmedelijden, maar het geldt niet alleen voor mij. Vrijwel ieder hard werkende student, werknemer, sporter of ander op twee benen lopend levend wezen kent dit. Een voorbeeld uit eigen ervaring om het te verduidelijken. Op school deed ik altijd mijn best en vorig jaar werd ik hiervoor 'beloond', een nominatie als 'Beste Nieuwkomer' had ik in de wacht gesleept bij de Friese Poort Awards. De aanhalingstekens geven hopelijk het sarcasme duidelijk weer waarmee ik dit probeer te zeggen. Het stelde (en zal nooit) wat voorstellen. Nu ik dit jaar zowaar een keer gespijbeld heb, wat tot voor kort een onmogelijke combinatie zou zijn - Rutger en spijbelen, krijg ik gelijk de 'Witte Kaart'. Deze vergeet ik vervolgens in te leveren en dit resulteert in een 'Gele Kaart' en de uren inkomen die ik gemist heb. Ok, deze zou ik vorig jaar geïncasseerd hebben, maar dit  jaar: niet.

Er zijn namelijk twee trutten bij mij in de klas die het steevast presteren om elke ochtend te laat binnen te komen bij de les en alsnog normaal les krijgen!? Of de gebrilde motormuis die ik heb als klasgenoot en vorig jaar ook vrijwel niet kwam opdagen en toch is overgegaan. Dan breekt bij mijn klomp en denk ik werkelijk waar waarom ik dan nog wel in de schoolbanken zit, elke ochtend een bus te vroeg neem richting school en zodoende bijna dertig uren maak op school, iedere week weer. Hieruit blijkt niet alleen dat de verhoudingen scheef zijn bij mij op school, maar dat het er zo altijd aan toegaat in het dagelijkse leven. De wereld steekt hypocriet in elkaar, en dat vind ik niet een mening, maar een feit. Zie je het kromme in deze zin? Ja? Kijk, dat bedoel ik nou.

Er is geen ruimte voor het vrijbuiters bestaan wanneer je in Nederland woont, of in België, of Frankrijk, of het Verenigd Koninkrijk, of Duitsland, of Australië, of de Verenigde Staten enzovoorts. In welk land heb je wel de ruimte om te doen en laten wat je wilt. In welk land ben je niet verplicht om naar school te gaan, om financieel je geld af te staan aan de staat en ga zo maar door. Is er een land op aarde dat alleen het leven van het leven op de eerste plaats stelt? Volgens mij niet. Zelfs niet als je op de meest afgelegen plaatsen komt op de wereld. Daarnaast mocht je ervandoor willen in deze kleine wereld dan moet je geld hebben. Alles staat of valt met geld in deze kleine wereld waarin we vrijwel allemaal rondlopen met dollar-, euro-, pond- of yen-tekens in de ogen. Geen geld, geen mogelijkheden. Geld maakt gelukkig denken we met zijn allen in deze kleine wereld. Ik zou zo graag willen dat het anders was in deze wereld en we gelukkig konden worden door in het bijzijn te zijn van je vrienden op de mooiste plaatsen op de wereld met de beste muziek. Die gedachte zou dus gelijk de grond ingestampt worden met een commentaar dat in eerste instantie positief begint, maar uiteindelijk toch negatief eindigt. En ook negatief bedoelt is.

In het commentaar geven zijn we ook zo goed, overal doen we het en het wordt ons al vroeg met de paplepel ingegoten om het zo te doen zoals het nu is. Een grote poppenkast en het doet me denken aan de film The Truman Show. Niet dat we worden gevolgd door iets of iemand, maar we dragen met zijn allen duizend verschillende maskers om het maar zo geloofwaardig mogelijk over te laten komen voor elkaar. De enige plaats waar we het masker afdoen is de plaats waar niemand erbij kan en dat is in onze dromen. Al weet ik dan nog niet zeker of ik dat honderd procent zeker weet. Want niets is was het lijkt tegenwoordig. We photoshoppen er maar lustig op los als ons zelf gekozen masker voor dat moment ons niet aanstaat en dus shoppen we er een anders masker voor of overheen. Ik wil dus ook niet meer lid te zijn van het journaille waar het om pageviews, je eigen ik en het geld draait.

Net zoals ik niet lid hoef te zijn van een instelling van school of een voetbalclub. Wanneer je zelf op reis gaat leer je het leven kennen, of nog beter dan leef je het leven in plaats van het jan modaal pad af te lopen dat klinkt als een bitter zoete symfonie, of niet dan Richard Ashcroft? Wanneer men denkt dat ze zo het meeste uit hun leven halen hebben ze het verkeerd, er is zoveel meer te zien dan wat wij alleen maar om ons heen zien. Maar wanneer ik deze gedachte dan uitspreek voel ik me als die eenzame wandelaar ergens midden in een lege ruimte naast een andere lege ruimte waar iemand aanwezig is die precies hetzelfde denkt en zegt als mij. "All my people right here, right now
D'you know what I mean?"

dinsdag 12 oktober 2010

Let There Be Love

Tik. Tik. Tik. De vingers gaan als een razende tekeer op het toetsenbord. Wat denkt die kloot wel niet? Hij zal het zeker weer juist hebben. Hij heeft weer gelijk en ik ben weer de schlemiel. Weer is hij me te goed af. Waarom zou ik luisteren naar een jongen die iets met het leger wil, stoer denkt te zijn, maar niemand kan krijgen vanwege zijn afschrikwekkende uiterlijk en innerlijk. Een figuur van zeventien dat is blijven hangen in… ja, welke periode van ons leven eigenlijk? In ieder geval past hij in  de slechte komedies met Amerikaanse taarten in de hoofdrol. Het enige waar hij aan denkt is het nemen van iemand in plaats van iemand te houden. Een dom figuur die alleen zijn geslachtsdeel achteraan loopt en die bij het lelijkste figuur al in een stand komt van opwinding. Deze meneer denkt mijn relatie en afspraken te kunnen regelen en wat ik moet doen tijdens deze afspraakjes. Ja, dag!

Bam. De deur valt dicht. De fiets wordt ruig uit het rek getrokken en druk stoempend zet ik koers naar zijn huis. Verassend rustig en kalm zet ik de fiets tegen de muur aan – wellicht om energie te besparen – en loop ik naar de deur en zijn deurbel toe om aan te bellen. ‘Woef! Woef!’, klinkt het. Een teken dat de bel werkt en iemand heeft opgemerkt dat er iets bij de deur is. De deur gaat open en hij staat zelf voor de deur. Klap! Bam! Klets! Drie raak uitgedeelde slagen in zijn gezicht. Met enkele bloedende monden zakt hij in de deur opening in elkaar. Met een ruk draai ik me om en woedend fiets ik richting het station. Iets vervoerd mij nu en ik heb geen controle meer over mijn eigen lichaam. Het lijkt zelfs afgesproken dat ik naar het station fiets want de bus staat al klaar en ik kan zo instappen. De bliep weerklinkt door de bus en van de chauffeur mag ik doorlopen verder de bus in.

Met mijn muziek op de oren staar ik razend naar buiten. Op het moment dat mijn woede plaats begint te maken voor verdriet moet ik overstappen op ’t lelijkste busstation van Nederland. Daar ga ik weer met een bliep de bus uit en vervolgens met eenzelfde bliep een andere bus in. Een echte streekbus die me door de meest afgelegen plekken van de provincie zal voeren. De bus rijdt weg en gaat op pad naar zijn eindbestemming, waar ik niet aan toe zal komen.

Ondertussen biggelen de tranen over mijn wangen. Spijt heb ik dat ik deze daad alleen maar heb gedaan voor haar. Ze is het niet waard om zulk geweld toe te staan, dat is niemand, maar zeker zij niet. Spijt heb ik zeker niet van mijn actie tegenover hem. Razend ben ik dat hij denkt mijn leven te kunnen bepalen, niet alleen op deze dag maar al enkele jaren gaat het zo. Ik laat mijn gevoelens in de bus de vrije loop en staar naar buiten, waar ik groene weilanden afgewisseld zie worden met boomkragen die de weilanden een natuurlijke indeling geven. Ik droom weg in mijn verdriet en hierdoor vergeet ik bijna op het stop-knopje te drukken van de bus. Gelukkig gaat het zeurende geluid door de beus nadat iemand op het knopje heeft gedrukt. Ik wandel de bus uit en vervolg met de benenwagen mijn weg naar de eindbestemming van deze reis.

Tijdens dit ritje zijn de gevoelens afgezakt en ben ik rustiger geworden, toch blijft er een leeg gevoel achter. Rustig stap ik het erf op en bel ik aan bij de deur, een normale deurbel en geen elektronische hond in de vorm van een doorsnee deurbel. Ze doet zelf open en het blijft stil tussen ons. We kijken elkaar aan en zonder dat ze precies weet wat er aan de hand is, weet ze dat er wel wat ergs gebeurd moet zijn. Samen lopen we door de gang en komen we bij haar kamer. Nog steeds is er geen woord gezegd.

Ik plof neer op de rand van haar bed en ze komt naast me zitten. Ze slaat een arm om me heen en ik leg mijn hoofd op haar schouder. Normaliter hoort het andersom te zijn, maar dit is geen film bedenk ik me. Zo blijven we zitten voor een kwartier, of wat het ook maar precies is geweest. En juist door geen woord te zeggen, maar haar aanwezigheid begin ik me goed te voelen. “Moet je een kop thee”, vraagt ze. “Graag”, komt er uit mijn droge mond. “En heb je er ook nog wat lekkers bij toevallig?”. Zonder antwoord te geven stapt ze de kamer uit en loopt naar de keuken. Ondertussen ruik ik een herkenbare en overheerlijke geur die afkomstig lijkt te zijn uit de keuken waar zij is. Ik hoor haar terug komen met zachte voetstappen en ze komt de kamer weer binnen met een dienblad. Hierop staan twee koppen thee en een schaaltje met eigen gemaakte en sterk ruikende appeltaart. “Alsjeblieft, hier is je lekkers” En een verlegen zoen op zijn wang volgt.

zondag 10 oktober 2010

Twitter

Het is ernstig gesteld met mijn Twittergedrag.  Alles wat ik doe of tegenkom wordt op dit medium geplaatst door mij. Er gaat geen dag voorbij of ik zet zo’n 30 tweets op Twitter.com. Inmiddels is het al zover dat ik in een maand tijd al de 3000 tweets ben gepasseerd en om te vergelijken: sommigen zijn hier meer dan een jaar mee bezig of een half jaar. Ja, ik ben een spammer en wellicht ook een verslaafde. Wacht, ik bén verslaafd. Dat kan ik wel onder ogen zien en durf ik wel toe te geven, dus durf ik ook toe te geven dat ik soms bij mezelf denk: o, dat was leuk geweest voor Twitter. Of om heel eerlijk te zijn, ik kan niet zonder.

Gelukkig dat mijn Tweets verder gaan dan het niveau: ik eet nu een broodje of ik zit op de wc. Maar toch stel ik mezelf constant de vraag, wat is er nu zo geweldig aan Twitter en wat trekt me aan? Een antwoord kan ik niet geven op die vraag. Is het de onzin of het makkelijk contact houden met anderen? Ik weet het echt niet. Misschien dat ik verblind ben door mijn eigen verslaving en er zo dus geen helder antwoord op kan geven. Ik vind Twitter geweldig en anderen zullen dat met me eens zijn, maar ik kan geen antwoord geven omdat ik verslaafd ben. Dat is best wel ernstig, als het daadwerkelijk deze reden is.

Om het voor mezelf nog erger te maken ga ik even door met vreemde gewoontes die ik heb omtrent Twitter. Wanneer ik een spel speel op mijn PlayStation 3 heb ik de laptop naast me aan staan met alleen TweetDeck aan – een applicatie voor Twitter. Stel je voor dat ik wat mis in de wereld of dat anderen wat missen van mijn verrichtingen op de PlayStation?! Uiteindelijk komt dit gespam me op commentaar te staan van vrienden, klasgenoten en followers. Maar als ik dan twee keer stop (en dus ook weer terugkom) dan krijg je gelijk de vraag waarom stop je er mee of iets in de trant dat het nu lang zo leuk niet meer is op Twitter. Ja sorry, wat willen jullie nu?

In ieder geval is het niet altijd fijn om die commentaren aan te horen, vooral als ik me er bewust van ben en het er dus nog eens even in word gewreven. Heerlijk. Komt het zelfvertrouwen ten goede. Niet dus. Proberen te minderen gaat me dus ook niet goed af, meestal blijft het bij een dag of twee en ga ik er daarna weer vol tegen aan. Soms extra om die twee dagen goed te maken. Op die momenten krijg je weer commentaar en denk je: ach, laat maar zo Twitter ik en leer er mee leven. Jammer genoeg werkt dit niet. En werkt het andersom ook niet om die kritieken te incasseren. Daarnaast is er ook één reden dat mij laat Twitteren, tenminste voor deze keer en waarom ik er niet mee zal stoppen deze keer. Soms kun je alleen maar op deze manier contact onderhouden met bepaalde mensen.

Wanneer men dan denkt dat ik het altijd maar leuk vind dat ik zoveel Twitter, dan denken ze dus verkeerd. Ik word ook gek van mezelf en schaam me er zelfs voor wanneer ik dan een pagina vol zie met alleen maar Tweets van mij! Maar zoals gezegd, minderen gaat moeilijk en als ik er mee stop dan kom ik toch weer.

Anyways, dit moest er even uit en is ook niet zo hoogstaand. En als je me nodig hebt dan ben ik wel op Twitter te vinden.

woensdag 29 september 2010

Gean, It Sal Heave

Gaan we weer! School is begonnen en we zijn nu bijna een maand onderweg en de sleur klopt aan je deur. Vreselijk is het en de voornaamste reden komt doordat we nu langzaam weer in het schoolritme komen, zomervakantie voorbij en vrijheid blijheid is drastisch ingeperkt. Om nog maar niet te spreken over de dagen die korter worden. Hoe minder licht in je leven hoe duisterder het in je hoofd wordt. Een simpele optelsom waar je geen Cruijff voor hoeft te zijn om die te bedenken. Het is zelfs zo erg dat ik er een stukje over schrijf terwijl ik twee dagen geleden nog verkondigde om even een korte pauze in te lassen. Maar nee, het lot – als daar al sprake van is – bepaalde anders.

En waarom is het zo’n sleur waar niet door heen te breken valt met je eigen handen en kun je er alleen doorheen breken met dat ene moment? Geen idee en dat moet  je je ook niet afvragen, want dan komt het nooit goed. Natuulijk kan ik niet voor iedereen spreken en zal ik ook voornamelijk namens mezelf spreken. Voor mij is een grote reden de problemen met de familie en natuurlijk, hoe kan het ook anders, de puberale hormonen die me parten spelen. Op de momenten dat ik thuis zit wil ik niet thuis zitten en op de momenten dat ik op school ben wil ik niet op school zitten. Maar waar dan wel?

Er zijn verschillende juiste antwoorden, zo zou ik wel graag weer in Schotland zitten. Wat me dan gelijk brengt bij het tweede juiste antwoord, je wilt zo graag bij degene zijn bij wie je je fijn voelt. Dat alles zorgeloos is en je je bevindt in een droom. Alles is vrolijk, alles is happy het is alsof je je in een psychedelische clip van The Beatles bent. Maar wanneer je dan weer thuis komt dan zie je een zwart doorzichtig scherm om de tuin hangen en eenmaal daarin gekomen dan is het over met de pret.

Pats. Boem. Weg Beatles. Weg vrolijk fluitende vogeltjes. Weg zonnestralen. Welkom Travis. Welkom wind. Welkom donder en bliksem. Typerend dat het gebeurt wanneer de herfst dan aanbreekt, wanneer de zomervakantie afgelopen is en je weer in dat schoolritme moet komen. Goh, het is allemaal zo verrekte simpel om op te lossen maar zoals dat is met de hedendaagse puber, wij zijn grootmeesters in het probleem groter en moeilijker maken dan het is. Dat brengt ons kopzorgen.

Dus, ga niet in een donker hoekje zitten janken. Gooi de schroom van je af, schreeuw het uit. Laat de bel klinken en metsel die muur om de gevoelens van buitenaf te weerhouden. Loop stevig door en met elke stap die je zet laat je de negativiteit achter je. Zit op die fiets, gooi dat hoofd achterover en laat de emoties er uit waaien en laat ze niet meer terugkomen. Beuk, gooi en smijt je er door heen. Kop omhoog! Schouders recht! Gean, it sal heave!

zondag 26 september 2010

Ironie

Wat is ironie? Volgens Wikipedia is het een scherp contrast, in mijn eigen woorden kan het dus een groot contrast aangeven in een bepaalde situatie. Daarbij wordt ook nog vermeld dat het vaak een spottende achterliggende gedachte kent. Nu was ironie mij nog vreemd, maar opeens lijkt er een karma te zijn die het tij weet te keren. Nu hoor ik je denken als lezer, waar heeft die gast het over? Ik zal het je uitleggen want er zit nog wel een verhaal achter. Excuus dat het zo slecht begint met mijn weblog, de inspiratie om er een pakkend begin van te maken ontbreekt mij op het moment. Vandaag heb ik ook al zo veel geschreven.

En dat sluit ook gelijk mooi aan op het verhaal, al zal ik daar later op terug komen. We gaan eventjes terug in de tijd naar het moment dat ik voor het eerst in de klas kwam van de journalistiek klas van het MBO. Om nu te zeggen dat ik gelijk een klik had met deze kinderen kon ik niet, er was iets dat voelde niet juist. Na een maand was ik er ook alweer weg, maar in die maand heb ik een beter beeld gekregen van mijn ex-klasgenoten, teminste het gros van hen. Twee waren het ook met mij eens en wisselden dan ook van opleiding, zij het wel later dan mij. Eéntje hiervan kende dezelfde muzieksmaak en het is altijd fijn om daarover te praten. Uiteindelijk liep deze ‘relatie’ uit de hand en is het ook alweer uitgesproken, dat is niet relevant meer. Wel is het opeens weer actueel.

Want wat wil het noodlot nu? Juist dat ik een persoon ontmoet die ook dezelfde muziek smaak kent, maar qua persoon beter bij me past dan de ander. Begint de ironie ergens omhoog te komen? Zo niet – en daar ga ik vanuit – dan zal ik mijn weg vervolgen om het duidelijk te maken. We hebben het nu over drie personen; ik en de andere twee meiden. Alle drie kennen we dezelfde muzieksmaak en bij één kleeft er een gehele voorgeschiedenis aan vooraf, als het gaat om de ‘relatie’ die wij kenden. Waarom geef ik nu relatie telkens aan tussen aanhalingstekens? Omdat er niet te spreken was van een relatie, maar ik zou de omgang ook niet anders kunnen omschrijven dus doen we het zo maar.

Dat is niet het geval met Groningse Friezin. Daarmee ken ik wel een vriendschap, die ook verder gaat dan dezelfde muzieksmaak. Het is namelijk zo dat er wel wat meer speelde dan contact met elkaar. In het geval van de Sneker ging het om de blik die ze richting mij had, een zeer geïnteresseerde blik – laat ik het daar ophouden. Bij de Groningse Friezin is sowieso het omgekeerde het geval, ik kijk niet met een zeer geïnteresseerde blik naar haar maar met een blik die we allemaal wel eens hebben meegemaakt in ons leven. Dat dat dan is naar iemand die veel raakvlakken heeft met de Sneker en dat ik haar dan liever wil vergeten, in ieder geval de periode van onze intensieve omgang, waar gelukkig nooit wat in is voorgevallen, is ironisch te noemen. Toch?

Nog een ander voorbeeld dan muziek: er is ooit een film gemaakt over een piraten zender in de jaren zestig die ergens op de Noordzee rond dobbert. Geweldige film en alle drie vinden we hem geweldig. De Sneker wou zelfs deze film samen met ondergetekende kijken, gelukkig dat ik hier met veel wikken en wegen toch nog kon onderuit komen. De manier waarop was niet zo chique, maar dat is nu gelukkig niet meer relevant. Je voelt hem al aankomen, dezelfde film zou ik nu graag willen bekijken met de Groningse Friezin en ja nu hebben we toch wel bijna te maken met ironie.

Ironie is dus een spottende term en het beeld van ironie is bij mij compleet ververst door dit voorval. Iemand ziet wat in mijn, maar ik niet in haar. Ik zie wat in iemand anders en degene die kent weer veel raakvlakken met de ander. Gelukkig is er ook zoiets dat aan ironie voorbij gaat. Ze kennen genoeg verschillen die fungeren als doorslaggevende factor – als we het hier over hebben gebruik ik deze uitdrukking liever niet, maar nu kan het even niet anders. Het is niet dat me dat een opgelucht gevoel geeft, want de gedachte is er maar geeft mee geen kopzorgen, gelukkig maar.

Want waar ze in verschillen is de zekerheid van onze Groningse de intelligentie van haar en haar kijk op het leven. Een slim famke is het en dan brengt me bij het getyp van de dag dat ik eerder noemde in dit stukje. Het lezen van een essay van 22 bladzijdes is veel werk en er dan ook nog een uitgebreide reactie opgeven vergt wel wat van je inspiratie. Vooral omdat de reactie ook gaat over meer dan het essay, teminste zo is mijn bedoeling wel geweest. Maar wat je dan raakt op de één of andere manier is de reactie die je terug kijkt.

Ik kan niet over complimentjes, want er is altijd ruimte voor verbetering. Maar wanneer het dan complimenten zijn van mensen die je mag, heel erg graag mag dan wordt het nog lastiger voor mij en wordt er bij mij al snel een gevoelige snaar bespeelt.

donderdag 23 september 2010

Schrijven

Hoe lang is het nu geleden dat ik erachter kwam dat ik schrijven erg leuk vond om te doen? Dat moet drie jaar geleden zijn geweest en ik herinner het me nog goed, een boekverslag moest er gemaakt worden van in mijn geval Harry Potter en de Half-Bloed Prins. Dit boekverslag bestond ook uit een recensie van het boek en deze was gedeeltelijk van internet geplukt met hier een daar aanpassingen, toch beleefde ik veel plezier aan het ‘schrijven’. Dat bleef hangen en vanaf toen was de liefde voor het schrijven geboren bij mij en moest elk werkstuk of ander geschreven stuk(je) van top niveau zijn. Voor zover je het top niveau kon noemen want het was allemaal erg slecht geschreven en de inhoud kwam ook niet uit de verf. Alinea’s en komma’s kende ik nog niet, maar de punt die was me wel bekend. Heel erg goed zelfs, want de zinnen waren allemaal erg kort en dus liep het niet altijd even lekker.

Er was al wel te zien dat ik potentie had, tenminste zo vertelde mij Nederlands lerares en dit motiveerde mij om verder te gaan met schrijven. Toen kwam daar het moment dat ik de gamesite InsideGamer tegenkwam, voor deze site kon je als lid recensies schrijven, de zogenoemde memberrecensies. Toen ik mij registreerde was het doel om zo snel mogelijk een recensie te plaatsen. Na eerst veel tips te lezen van andere members bij andere stukjes tekst (in plaats van de tekst zelf) waagde ik mij aan een recensie. De game? FIFA08 voor de PlayStation 2. Toen ik klaar was, na een middag, was ik heel trots. Want wat was dat van topniveau zeg. Uiteindelijk bleek dit niet het geval, maar ook hier werd weer gezegd door de vaste leden dat ik potentie had en ik moest werken aan mijn interpunctie.

Die ik nog steeds  niet onder de knie heb, maar dat komt wellicht ook doordat ik de Friese taal beheers en dit zorgt voor enig Friesisme in mijn geschreven (en gesproken) tekst. Maar toch, de potentie bleef en door veel te gaan lezen werden mijn schrijvende kwaliteiten beter ontwikkeld. Het kwam zelfs zover dat ik aanbiedingen kreeg van sites om er voor komen te schrijven. Leuk! Meteen gedaan natuurlijk, maar de eerste site viel mij vies af, bij de tweede site heb ik het nu al een tijdje erg naar mijn zin. Zelfs in de wat mindere periodes sla ik me er wel doorheen.

Maar toen ik begon met schrijven voor de websites was mijn plezier wel verdwenen voor het schrijven van recensies en merkte ik dat er niet veel vooruitgang in mijn ontwikkeling zat. Ondertussen had ik het medium weblogs ontdekt, hierin was alles mogelijk. Van een waargebeurde liefdesserie tot een politieke column of een buitenaardse fantasie. En al snel kwam ik er ook achter dat ik hier meer plezier aan beleefde door de vrijheid die je had als schrijver. Zodoende overschreed ik die lijnen dan ook al snel en ging ik in de fout.

Nadat ik op mijn vingers was getikt ging ik weer vrolijk verder met waar ik gebleven was voor de verschillende voorvallen. Schrijven over leuke dingen of mindere leuke dingen, in ieder geval in het uiten van mezelf op papier. Ik beleefde er plezier aan en het hielp me ook in het doorstaan van tegenslagen. Of het hielp me in gevallen van de liefde waar ik mee te maken kreeg op die leeftijd voor het eerst. Door het op te schrijven maakte ik mijn hoofd leeg en kon ik er weer even tegenaan.

En nog steeds doe ik dit en inmiddels ook al op verschillende manieren en gaat het niet meer alleen om liefde en met mezelf in de knoop zitten. Mijn repertoire is nu uitgebreid tot het fileren van mijn eigen klasgenoten (of het ophemelen van ze – dit gebeurt zelden), het romantiseren over je vakantieland en het beschrijven van het mooie van het leven. Soms gooi ik er ook nog wel eens een diepgaand stukje tekst tegenaan, gewoon omdat dat ook zo mooi kan zijn. Maar wat ik niet gedacht had toen ik ermee begon was dat mijn stukjes inspirerend konden werken voor anderen. Of dat ik andere mensen hun gedachtes perfect wist te verwoorden door op te schrijven wat zij dachten.

Het gaat zelfs zo ver dat nu ik geen Hyves meer heb mensen mijn stukjes gaan missen op de ‘populairste website van Nederland’. Op andere sites wordt ik al uitgeroepen tot media-magnaat in spé. Het zijn grote woorden en opeens gaat het hard. Sinds ik vorig jaar op het Friese Poort ben gekomen is mijn kwaliteit met sprongen vooruit gegaan, dat geef ik eerlijk toe maar de complimenten die er nu binnenstromen zijn echt teveel van het goede. Noem het bescheidenheid, maar bescheidenheid is mijn troef. In ieder geval laat ik het nu nog niet naar mijn hoofd stijgen omdat ik weet dat er nog veel ruimte is voor verbetering. En hoe kan ik dat beter doen door gewoon door te blijven schrijven en lezen? Soms voelt het alsof ik al een veteraan ben in deze hobby, want het is niet meer dan een hobby voor mij. Technisch gesproken ben ik gewoon een beginner en hobbyist in deze tak van het uiten van je creativiteit.

In ieder geval zorgen al die geluiden ervoor dat ik alleen maar meer gemotiveerd raak om door te gaan met schrijven. Gelukkig hoef ik me ook niet zorgen te maken om inspiratie, elke dag doe ik wel een nieuwe ervaring op. Zelfs de busrit die ik elke ochtend en middag maak geeft me wel ergens inspiratie. Maar de meeste inspiratie put ik nog steeds uit mijn paradepaardje: liefde. Misschien dat ik teveel films heb gekeken, maar ik put er echt inspiratie uit en dan heb ik het over liefde in welke vorm dan ook. Vriendschap, relatie, emoties en muziek. En zolang dat blijft en zolang ik de drive weet te vinden door mijn lezers zal ik mij blijven ontwikkelen als schrijver en wie weet rolt er dan uiteindelijk dat ene boek van de persen.

dinsdag 21 september 2010

Gefrustreerd

Was het maar zorgeloos, een gedachte die heerlijk naïef is maar waarvan ik wel graag had gezien dat deze waarheid was. Want laten we eerlijk zijn, frustraties zijn nu niet de leukste dingen die ons moeten bezighouden. Toch hoort het erbij en moeten we er mee leren leven. Dat veranerd niks aan het feit dat het ons humeur stevig beïnvloed en we het alsnog liever anders hadden gezien. Neem bijvoorbeeld mijn eerste maand – die nog steeds onderweg is, maar dat terzijde – van school. Het is één grote chaotische puinhoop. Waar ik eerst altijd meer pro-school was en anti-medeleerlingen draai ik nu volledig bij. Niet dat ik nu lekker mee ga lopen doen met mijn mede-klasgenoten, nee zeker niet want in sommige gevallen gaan ze te ver met hun kritiek en worden de meningen totaal niet onderbouwd.

Neem als voorbeeld nu de volgende opmerking: “Serieus wat denken ze wel niet, dat we geen andere dingen na schooltijd te doen hebben zoals; sport, vrienden, hobby's? Ooit aan gedacht? Nou school niet, volgens mij.”Heerlijk de onnozele frustratie die ervan afstraalt. Zij, in dit geval, heeft er nog nooit bij stil gestaan dat school het belangrijkste is op deze leeftijd en dat het niet altijd vrijheid blijheid kan zijn. Want stel nu dat je dit voor een keer doet en jezelf er dan in verliest en je concentratie weg is, school cijfers zakken en enz. Het verdere verloop van het verhaal kun je zelf wel bepalen en inderdaad, dan is het einde dat je van school gestuurd word en moeilijk weer opnieuw kunt beginnen. Wat krijg je dan als je later ouder wordt? Hoogstens een baan als cassiére bij de Aldi, sommige kennen nog mazzel en worden het bij de C1000. De gedachte is in dit geval zwaar overdreven, maar dat is de fantasie van de schrijver.

Natuurlijk zit er wel een kern van waarheid in deze opmerking. De situatie is namelijk zo dat het rooster drastisch is veranderd en we op de dinsdag plotseling tot vijf uur naar school moeten, staat wel tegenover dat je op vrijdag kwart voor twaalf alweer klaar bent. En nu komt het hypocriete, wat wil je nu? Eerder weekend of later? Want de twee uurtjes die er bij de dinsdag zijn aangeplakt komen van de vrijdag. Ach ja, de logica is soms ver te zoeken.

Ook in het geval van school, nog een keer voor de verandering. Leraren zijn zelf de weg ook zoek en proberen met de niet werkende TomTom deze weer terug te vinden. Maar zoals het gaat met een TomTom op mijn school, alles wat ook maar een beetje werkt gaat vanzelf mee in de negatieve chaotische en oncommuniceerbare mogelijkheden van onze school. Dus het navigatiesysteem raakt uiteindelijk ook de weg kwijt en zo is de (voornamelijk) administratieve romslop compleet. Klein voorbeeldje: de projectdagen zijn dinsdag en donderdag, de klas is in twee groepen gesplist zodat de ene groep op die dag het project volgt en de andere workshops krijgt. Vorige week liep dit compleet in het honderd doordat leraren de indeling van de groepen niet meer wist en er onduidelijkheid was bij de leerlingen onderling wie nu in welke groep zat. Er vonden namelijk wat verschuivingen plaats die voor deze onduidelijkheden zorgden.

Dan kom je op het volgende punt wat weer multimediaal is. School is dus begonnen wat ook betekent dat je weer contact krijgt met klasgenoten die je voor lange tijd gesproken hebt. Wanneer je je dan hieraan irriteert en opschrijft in een vlijmscherp - wellicht tegen het vuile (of smerige) aan – stukje wordt dit niet erg op prijs gesteld. Dan is de vrijdheid voor de schrijver ook verdwenen. Of het fenomeen Twitter waar ik ook lustig aan meedoe. Ik ben een Twitter-verslaafde, zij het gezond. Ik hou de boel levend op dit medium en soms is het wel heel erg, dat geef ik eerlijk toe, maar als ik het kwijt wil wil ik het kwijt en jij hoeft het dan niet te lezen. Twitter is er toch voor bedoeld om je gedachtes en bezigheden te delen met de wereld. Overigens ben ik niet van de categorie: Nu eet ik een boterham en lees ik de krant op de wc. Nu heb ik op mijn ‘ge-spam’ veel negatieve en plagerige reacties gekregen en dat irriteert mij omdat jij de keuze hebt of jij mij volgt of niet en als je het leest.

En dat brengt me gelijk bij het volgende, wat goed is. Hetzelfde Twitter zorgt ervoor dat je contact houdt met mensen die op een afstandje wonen en het zorgt er ook voor dat je de meest debiele gesprekken hebt met mensen die je niet eens kent. Vrienden van vrienden leer je en uiteindelijk komt het zover dat je die ook daadwerkelijk moet. Dat is fijn, vooral wanneer dezelfde middag dan erg gezellig wordt en ervoor zorgt dat je het gehele weekend in een heerlijk zorgeloze bui bevindt. Ze hebben daar ook wel een woord voor wat er dan door je heen gaat. In ieder geval is het gevoel zo dat de zorgeloosheid zich uitbreidt tot elke vezel van je lichaam en het doorgaat tot je in de bus zit naar school en het raam uitstaard naar de zonsopkomst over de weilanden. Totdat je op school komt en je in de vicieuze circkel komt van negativiteit. Ik denk dat het snel maar weer eens tijd wordt voor nog zo’n middag! Met dat gezegd te hebben wil ik afsluiten met dit frustrerende betoog.