vrijdag 25 maart 2011

Statusrapport van de Voorbeeldleerling

Een statusrapport van een – door school genoemde – voorbeeldleerling die thuis zit, voor de geïnteresseerden. Voor mij natuurlijk ook handig om het overzicht van mijn eigen wel en wee overzichtelijk te houden, en ik kan eigenlijk heel kort zijn; het gaat goed. Het bevalt wel om een periode lang thuis te zitten. Natuurlijk zouden klasgenoten (en andere schoolgaande mensen) dat ook wel willen, maar met het feit dat ik niet van stil zitten houd in het achterhoofd gehouden, mag dit toch wel een opmerkelijk gebeuren heten. Het heeft verschillende reden dat het constant stil zitten me wel bevalt, maar reëel als ik nu ben; er kleven ook mindere kanten aan, en allen zal ik ze in het vervolg van dit brouwsel noemen. Hoop ik, als ik niet teveel afdwaal.

Nadat ik de beslissing om niet meer op stage te gaan had genomen, was ik opgelucht, maar ook bang voor wat er komen ging. Een periode niets doen, dat wilde ik niet en ik heb destijds ook aangeven bij school dat ik best wel naar school wil, mits er wat te doen is. Aangezien er niets te doen was, is het antwoorden dat ik niet heen ben gegaan makkelijk te raden. De keren dat ik wel geweest ben (één keer voor de lol, twee keer in verband met de activiteitenweek) bevielen me niet. Leraren ontwijken (wat mislukte, jammer genoeg), in mijn eentje mezelf wat zitten opvreten over het feit dat mijn school van een zo belabberd niveau is en nog meer van dat dingetjes. De realisatie dat dit toch echt de juiste keuze is, begint door de keren dat ik naar school ben gegaan echt toe te nemen, want ik had mijn twijfels; misschien had ik toch maar op stage moeten gaan.

Maar nee, dat is er niet van gekomen en ik ben er dus tevreden mee. Daar komt nog eens bij dat ik op dit moment (deze periode dus) wel klaar ben met de Friese Poort. Ik houd er sterk rekening mee dat ik dit jaar niet zal halen (niet op stage en een 1,8 voor het project – ofwel één en één is twee) en dan zou ik tweede jaar nog dus eens moeten doen. Maar aangezien ik later niet verder wil met fotografie en ik op het hbo wel wat gezien heb dat me aanspreekt, zie ik op de havo mijn kansen. Naar de havo, dat was het oorspronkelijke plan toen ik in de tweede (of derde) klas zat van middelbare school. Daarnaast, de twee jaar die ik op de havo zou zitten, die zijn korter dan de drie jaar die ik dan nog, mits ik zou blijven zitten, moet doen op het mbo.

Een ander iets dat mij enorm stoort aan mijn school is dat er een groep mensen bestaat die mij probeert op te leggen waar ik over wil schrijven, aangezien zij een opleiding doen die gebouwd is omtrent schrijven, zijn zij superieur aan mij – denken ze. Ik zal dan nu eens een keertje egoïstisch over komen, dat zijn ze niet. Echt niet. Nu ken ik niet iedereen zijn kwaliteiten daar als schrijver, maar van wat ik gelezen heb is ‘t toch zwaar onder de maat. Je moet natuurlijk ook een beetje egoïstisch zijn wil je het ver schoppen en dat moet ik ze nageven, dat hebben ze daar toch zeker wel onder de knie, jammer genoeg. De air van de opleiding is niet te harden, met uitzondering van twee van mijn vrienden en een niet nader te noemen door hen gecensureerde iemand.

Gelukkig voor hen, ben ik iemand anders tegen gekomen waar ik wel over kan schrijven, want zij vindt het niet erg. Zij heeft op de achterkant van één van haar boekjes waarin zij geweldig schrijft (dat moet gezegd worden) staan: “Be nice to me, or I'll put you in my novel”, bij deze – de voorgaande groep mensen (je weet zelf dat ik jou bedoel) staan er in. Iets dat ik al heel lang wilde. Ben ik ook nog redelijk mild gebleven.

Oké, dat was even het klagen en zieken, dan is het nu wel weer tijd geworden om terug te gaan naar het goede van deze periode, want ik ben nog lang niet uitgepraat. Als eerste is dan daar de zij uit de vorige alinea waarmee ik de dagen slijt door te praten via hetzij Twitter en hetzij MSN. Dan zeurt men tegen mij dat ik teveel achter de laptop zit, maar als dat – hoe triest eigenlijk – één van de weinige middelen is waarmee ik contact kan houden met de mensen waar ik graag contact mee houd, dan is het volkomen logisch dat ik zoveel achter mijn computer zit. Jammer genoeg kan of wil men dat niet begrijpen. En voor de goede orde, binnenkort zal ik de zij ook ontmoeten als alles goed gaat.

Iets anders dat goed is en niet onvermeld mag blijven, de gesprekken bij de therapeut – en mijn medicijn. (Waarvan ik de werking van het indammen van mijn gedachtegang in twijfel trek, echter geeuwen doe ik meer dan ooit.) Gelukkig zijn de weinige en inleidende gesprekken die ik gehad heb, fijn verlopen. Want ik kijk er naar uit, wat? Ja, ik kijk uit naar de gesprekken met de therapeut, want ik vind het fijn om te praten en het ontdekken en ontleden van mijn eigen persoonlijkheid fascineert mij. In deze periode leer ik mezelf beter kennen dan ooit, zo ben ik erg klunzig met eten – elke keer bij het eten mors ik wel wat op mijn kleren, de tafel of laat ik het bestek vallen – en trillen mijn handen heel erg wanneer ik deze naar mijn idee stil heb. Maar antwoorden krijgen op vragen die je al heel lang bezig houden, dat is ontzettend fijn en ik kijk dan ook uit naar het restant van de gesprekken.

Een ander vervelend iets is het ‘staak het vuren’ dat ik in stand houdt met mijn oudste broer. De spanningen lopen hoger op dan anders, maar ik zal eerlijk zeggen dat de man het bij mij verbruid heeft. Al zie ik de goede bedoelingen van hem wel, doorkomen wil het niet. Gebeurt ook niet. Daarnaast zal ik toch echt moeten leren om mijn impulsen wat in te dammen, anders kunnen er nog wel eens meer vriendschappen op de klippen lopen.

Al met al klinkt het of ik een middenweg bewandel tussen goed en slecht, dat ik me bevind in een grijs gebied, maar naar mijn gevoel is dit niet zo. De rust van het thuis zijn is op moment wel fijn, op momenten ook erg saai, maar als geheel gezien is het de juiste beslissing geweest om niet op stage te gaan. Noem het zoals je wilt, ook als het negatief is, maar dit is mijn beslissing is geweest en terugdraaien doe je het niet. Jammer dat andere klasgenoten van mij steen en been klagen, maar ja ik ben dan ook niet anders gewend. Zij zien alleen maar zwart, terwijl het allemaal wel meevalt. Neem genoegen met wat je hebt, doe ik nu ook en dat bevalt me prima.

Statusrapport van de – door school genoemde – voorbeeldleerling die thuis zit, is hierbij beëindigd.

2 opmerkingen:

  1. Ik krijg het idee dat het tenminste al ietsje pietsje beter gaat dan toen ik je sprak een krap maandje geleden? In ieder geval - ik hoop dat je je steeds beter voelt. (:

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik kijk en zie 1 reactie, kijk nog een keer, verrek wie dat? Is't Michelle!! :P Maar goed, dat klopt ja, het gaat weer ietsje pietsje beter dan dat maandje geleden (jeetje, alweer een maand...). Maar stilletjes aan kom ik er wel bovenop =D

    BeantwoordenVerwijderen