maandag 2 januari 2012

de Oudere Zus

Daar staat het gezin dan, vier mensen tellend; twee ouders, vader en moeder; twee kinderen, de oudere zus en het jongere broertje. Ze staan daar bepakt en bezakt in de rij te wachten voor een wit steriel gekleurde balie. De vormgeving, daarin tegen, is opvallend modern met zijn ronde contouren, nergens is een vouw teveel gemaakt. De balie komt volledig tot zijn recht in de hoge, lichte hal, waar alleen de oude televisieschermen boven de hoofden van de mensen uit de toon vallen met hun vieze, grijze kleur. De hal kenmerkt zich door de vele ramen en designelementen in de stalen buizen die het ook al zo goed ontworpen dak ondersteunen, waaronder het gezin een metertje mag opschuiven. Geschraap en gesleep van koffers over de wit gekleurde tegels weerklinkt, maar opvallen in de menigte doet het niet. Om hen heen bewegen mensen zich voort, wachten mensen tegen pilaren, kuchen en rochelen ze, converseren ze met elkaar en luisteren ze luidruchtige muziek. Boven alle geluiden probeert een vrouwenstem nog uit te komen om de laatste meldingen door te geven aan de wachtende menigte. Zo moet het ook tot de oren komen van het gezin dat weer een stukje mocht opschuiven. Bijna zijn ze aan de beurt.

De man voor hen oogt een beetje sjofel, een laagje stof is nog net niet met een vingertop van zijn gestreepte pak te vegen. Zijn koffer is oud en verweerd en moet hij vanaf hier op de lopende band naast de modern gevormde balie zetten. Op de band wordt de koffer langzaam opgeslokt door de zwarte slierten die zich enkele meters achter de balie bevinden. De man is klaar, de volgende zijn aan de beurt.

Het gezin schraapt met zijn tassen voorwaarts in de richting van de toonbank waar de vader met staalblauwe ogen de vier roodgekleurde boekjes overhandigd aan de medewerkster. Zij zit daar verscholen achter het verhoogde stuk balie met een computer, nep glimlachend naar alle mensen die ze te woord moet staan, controlerend op papieren en daarna de mensen mag toestaan hun bagage op te laten eten door het zwarte rubber. Als laatste is de oudere zus aan de beurt. Op de foto is niet te zien dat ze felrood gekleurd haar heeft, dat op momenten doet denken aan de zon wanneer die ondergaat op een zomerdag. Op de foto is niet te zien dat ze warme herfstkleurige ogen heeft. Op de foto zijn tevens niet de sproetjes op haar zachte gezicht te zien. Op de foto komt de klassieke schoonheid van de oudere zus niet naar voren. De lach van de medewerkster, wordt de glimlach van de medewerkster.

Koffers en tassen van de vier worden op de band gelegd en gaan langzaam hun lot tegemoet, de eigenaars, waaronder de oudere zus, mogen doorgaan. De tijd verstrijkt totdat ze eindelijk achter nog een laatste, simpele en met een nog dezelfde kunstmatig gemaakte medewerkster, mogen gaan. Ze stapt uit het gebouw vol met zijn kunstmatigheid het vliegtuig in. Het is op dat moment dat álles kunstmatig gemaakt lijkt te zijn en zo in leven wordt gehouden, behalve de zus. Ik vraag mij af: hoe kan de omgeving van mensen waarin zij zich begeeft ook natuurlijk heten, als zij zich er in voort beweegt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten