vrijdag 29 april 2011

One Day Like This

De smetteloos witte deken beweegt langzaam op en neer door het rustige ademhalen van de vrouwelijke persoon, waarvan het lichaam bedekt wordt door het lichte kleed. Het hoofd rust op een al net zo smetteloos wit kussen; ’t gezicht gaat bijna helemaal schuil achter een sliert van bruin haar en kijkt in de richting van de jongen, die met zijn voeten omhoog getrokken aan de zijkant van het bed zit. Hij kijkt toe hoe ze slaapt en ontwaakt op deze ochtend.

Een ochtend waarop de zon opkomt aan een lege horizon en vrijbaan heeft om zijn eerste zonnestralen door het ook al witte gordijn te laten schijnen. Bij het ingaan van het gordijn worden de stralen gefilterd tot een zachte gloed die de gehele kamer vult en waarna deze weerkaatst op de in gebroken wit geschilderde muren.

Het beeld van de jongen en het meisje wordt door het aparte doch fijne licht een mystiek en vredig schouwspel. Om het meisje hangt een zweem van kalmte en rust; ze droomt nog, is zich niet bewust van de jongen en vlucht weg in fantasieën die mijlenver van de realiteit afstaan. Fijne beelden waarin de twee samen zijn en waar ze anders wel in haar eentje in der droomwereld vertoeft. Zicht- en onzichtbare littekens zijn in geen velden of wegen te bekennen en het is ergens in deze velden dat een jonge vrouw met blond krullend haar op een gitaar speelt. Het meisje hangt aan haar lippen en put uit het gezang kracht, inspiratie en hoop.

De jongen krijgt niks mee van wat er gaande is in het hoofd van het slapende meisje en kijkt zelf dromerig toe hoe zij vredig blijft slapen. Hij heeft zijn eigen droombeelden. Droombeelden die voor hem dichterbij de werkelijkheid staan. Niet omdat zijn leven zo fantastisch is, maar het is zijn nuchtere inborst. Anderzijds is er zijn gevoelige kant die heel graag zijn realiteit wil ruilen met de hare. Wellicht is ze er niet de persoon naar om dit (onmogelijke) aanbod aan te nemen, en is de realiteit van hem en haar samen genoeg.

Rustig gaan de oogleden omhoog en kijkt ze met haar donkerbruine ogen diep in zijn ook al donkerbruine kijkers. Ze glimlacht en zegt met een slaperige stem goedemorgen tegen hem, ze vraagt waar hij aan dacht. Hij antwoordt niet met woorden; maar glimlacht, staat op en geeft haar een tedere kus op haar voorhoofd. Onderwijl is de zon in zijn geheel opgekomen en is de mystieke sfeer overgegaan in een niet te omschrijven gevoel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten