vrijdag 24 december 2010

't Bloemenjurkje (deel vijf)

Een gure wind blaast over het uitgestrekte groene land, hier en daar glooit het heen en weer en doorbreekt een rotspartij het anders zo gladde groene grasland. In de verte trekt een donkere wolk een grijs gordijn van regen achter zich aan, het dorpje verderop wordt opgeschrikt door een vieze stortbui. Het hoort bij de streek, gelukkig zijn wij net op tijd het dorpje uitgewandeld en lopen we nu voorover gebukt tegen de wind in één van de weinige heuvels op. 

Wanneer we bovenop de heuvel zijn aangekomen begint de zon door te breken en doorboort deze tegelijkertijd de donkere wolken die zich hadden samengepakt boven het land. Verderop begint de zee, vliegen de meeuwen over het strand en zijn enkele zwarte stipjes zichtbaar dat waarschijnlijk vissersboten zullen zijn van het verderop gelegen dorp. Wij staan met zijn tweeën hand in hand boven op de heuvel, zover te kijken als het oog rijkt.

In haar chocolade bruine haar zit een roze bloem die ik aan de voet van de heuvel voor haar heb geplukt. Het stelt niks voor, maar het heeft vooral een symbolische waarde, net zoals we nu hier staan met zijn tweeën, maar toch ook weer alleen. We zijn niet gescheiden van elkaar, maar we vinden het fijn om beide alleen te zijn en onze eenzame zielen zijn hier bovenop deze groene heuvel in een gevlochten als één gelukkige ziel.

De storm is voorbij getrokken over het dorp en zijn omringende weilanden, deze zijn weer een stuk vruchtbaarder geworden door deze kortstondige hevige regenbui. Het goudgele maïs golft heen en weer en de wind lijkt de choreograaf te zijn van het schouwspel dat plaats vindt. Boven de maïs vliegen de donkere eksters opzoek naar waardevolle en glimmende voorwerpen, dreigend maken ze korte duikvluchten om vervolgens weer omhoog te schieten en wij vallen, staan weer op, rennen en dansen door de drassige grond en de in volle bloei staande maïs. 

De wind laat de zorgen uit onze hoofden waaien en de warmte van de zonnestralen brengen geluk en zorgeloosheid met zich mee. We kijken in elkaars bruine ogen, beiden met een twinkeling en een grote glimlach van oor tot oor daaronder. Het is goed, er niks aan de hand... ik weet het zeker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten