dinsdag 22 maart 2011

’t Boekje (deel drie)

We zijn inmiddels al een tijd onderweg in ons blauwe busje, het tuft rustig door richting het oosten. De reis duurt iets langer dan wat er normaal voor staat, er is namelijk lichtelijk omgereden om de laatste dingen te lozen en andere dingen in te pakken die nodig waren. Waaronder een jurkje met een ietwat drukke bloemenprint, doch is deze frivool en kleurrijk te noemen. Het brengt oudere herinneringen naar boven, naar schrijfsels waarin ik eindelijk zag dat ik toch best wel aanleg had voor het schrijven. Jammer genoeg kleeft er ook een ietwat nare bijsmaak aan, maar gebeurd is gebeurd en nu tuffen we samen, met een werkelijke bloemetjesjurk, naar het oosten om een stad en festival te bezoeken.

Wanneer wij daar eenmaal zijn aangekomen, zal er een droom voor haar werkelijkheid worden. Ondertussen mag ik haar daar heen rijden, maar erg vind ik het niet. Integendeel zelfs, voor mij is dit toch ook wel een droom die opeens een werkelijke, tastbare droom is geworden. Een immens lange road trip, een leuk iemand naast je en een veertig jaar oude bus. Life couldn’t be better.

De weergoden lijken dit ook in de gaten te hebben, het is constant droog gebleven, natuurlijk verdween de zon wel eens achter een dreigende grijze wolk, maar elke keer bleven de dikke spatten uit. Een mooie bijkomstigheid, want zo kan het raampje van het blauwe gevaarte constant open blijven. Zo leunt de elleboog grotendeels van de reis op de raamlijst en blaast de wind langs mijn gezicht, waardoor ik toch redelijk fit blijf en rustig kan door tuffen. De madame naast mij vindt het eveneens heerlijk; druk pratend over waar we heen gaan, wat ze ziet en wat ze allemaal wel niet opschrijft in haar zwarte boekje.

Dat bundeltje van gebroken papier lijkt, evenals ik zelf, maar niet te wijken van haar zijde. Het zijn haar gedachten en dromen in vaste vorm. Het deert mij niet, zelf heb ik immers ook mijn boekje (dat aangeschaft is op de allereerste afspraak die we lang geleden hadden) en anders is daar mijn fototoestel nog. Die zij overigens ook bezit en waar ze ook druk gebruik van maakt. In ieder geval is het zo dat we elkaar in deze twee voorwerpen en het gebruiken daar van goed aanvullen. Daarnaast is ‘t boekje ook een soort van talisman of symbool.

Ik merk dat ik afdwaal en dat is in combinatie met het slechte wegdek en het chaotische rijden van de mensen hier in het oosten van ons continent, erg gevaarlijk. Gelukkig geeft het oude en verweerde verkeersbord aan dat het niet al te ver meer is en naarmate we dichterbij komen, doemen er ook steeds meer festivalgangers op. Het is tenslotte het grootste festival van dit stukje wereld waarop wij wonen.

’t Heeft dan ook wat mogen kosten om hier bij te zijn, eerlijk gezegd stond dit festival niet zo hoog op mijn verlanglijst zoals andere festivals dat (logischerwijs) wel staan, maar aangezien een city trip erachteraan – en het vooruitzicht om er heen te crossen met de bus – ook een mooi vooruitzicht was, had ik er weinig op tegen. Daarnaast was het vrolijke gezicht van mijn vrouwelijke metgezel ook iets dat er in mee gespeeld heeft. Stiekem, ja, heel stiekem, durf ik dat wel toe te geven hoor.

Onderwijl draait het goudgele met muziek gevulde apparaatje van mij overuren, dit alles onder het mom om in de sfeer te komen. En het mag dan een veertig jaar oude bus zijn, moderne technologie is tot op zekere hoogte altijd welkom. Naast de radio en het apparaatje hangt een gebroken wit papiertje, gescheurd uit het zwarte boekje van haar, met een to do list er op geschreven voor wanneer we in de stad zijn. Een bezoek brengen aan het park, de hoofdstraat bij langs, terrasje pakken en nog meer van dit soort dingen. Daarnaast nog wat kleine, misschien ongebruikelijke, dingetjes die ze wil doen en waar ze de vorige keer geen tijd voor had. Ja, zij is hier al een keer eerder geweest en dus zal ze mijn gids zijn voor de periode die we hier zijn.

Ondertussen tuffen we niet meer over de snelweg, maar zijn we in het drukke verkeer van de hoofdstad van dit voormalige Oostblokland aangekomen. Een zwaar werkje voor mijn – inmiddels uitgeputte – voet waarop de koppeling steunt, maar met de nodige horten en stoten draai ik dan toch de parkeerplaats op van het hostel waar we slapen. Een hostel omdat het budget nu ook weer niet zo toereikend was voor een hotel, en waarschijnlijk zal het toch wel voldoen aan onze (lage) eisen.

Bij het uitstappen glijdt het boekje van haar hand in de zak van het vest dat ze draagt, een teken dat het voor vandaag genoeg is en we in het hostel nog nagenieten van deze lange road trip. Uitrusten en morgen los in deze droom van haar… die wellicht al meerdere malen is opschreven in ’t boekje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten