zaterdag 5 maart 2011

Pittoresk Kunstwerk

In de verte zwengelt het gebrom van het motorgeluid aan en door de volgroeide en vol in bloei staande populieren wordt het geluid weerkaatst waardoor het nog lang na echoot. Tussen de bomen door krijgt de zon ruimte om zijn licht te laten vallen op de oude weg waar verschillende scheuren al zichtbaar worden, deze worden geaccentueerd door de zonnebanen die in keurige kaarsrechte stralen schuin neerkomen op de weg. De schaduwen zijn lang gerekt en dramatiseren de ernst van de scheuren, in feite bromt de oude Italiaanse schone er simpel overheen. Op de auto spelen ronde en strakke lijnen een spel wier de overhand hoort te krijgen, gehuld in een kleed van het fijnste rosso krijgt de auto een onuitstaanbare aantrekkingskracht, de auto oogt wulps en sexy, dramatisch, maar toch ingetogen knap - alle benamingen vallen te omvatten in twee woorden; Italiaanse flair.

Het autootje bromt rustig door, over de scheuren, tussen de bomen en zonnebanen door en ondertussen worden de weinig gevallen bladeren omhoog gezwengeld wanneer het voertuig voorbij rijdt. Rustig leunt de arm op de deur waar het raam naar beneden gedaan is om de lentegeuren door de auto heen te laten waaien. In de auto gaat de klassiek- en tijdloosheid en de Italiaanse flair door; een groot, gelakt houten stuurwiel met het logo in het midden, een ook al klassiek houten dashboard waar de kilometer- en toerenteller en andere metertjes in ronde vorm verborgen liggen, de stoelen zijn klein en van zwart leer met rode stiksels en als laatste is er de lange markante versnellingspook, bovenop afgewerkt met het een ronde houten knop.

In de (houten) middenconsole is een oude radio weggewerkt waarin nog cassettebandjes gestopt kunnen worden. Vandaag geen cassettebandje, maar de gewone radio die ook in de gaten heeft wat voor prachtige lentedag het is; vrolijke akoestische liederen worden afgewisseld met oude klassieke rocksongs die gemaakt zijn om te draaien in de auto tijdens een toerrit. Uit de boxen schalt het geluid niet hard, dit omdat de berijder ten volste wil genieten van het motorgeluid en het suizen van de wind. Samen met de radio nestelt dit zich als een warme luchtbel om de auto die moeilijk te doorboren is, en in de luchtbel heerst de lente en de daar bijbehorende pracht.

Inmiddels wordt buiten de luchtbel het landschap van bos achtergelaten om plaats te maken voor kleinere bomen die als uitlopers dienen en duidelijk maken aan de mensen dat hier het bos eindigt - of begint, afhankelijk van de richting waarin je rijdt -, daarnaast krijgen de groene uitgestrekte weilanden de overhand. Sommige groene rechthoekige lappen grond worden opgevuld door pluizige witte beesten; schapen en kleine lammetjes. Een ander stuk land wordt leeg gelaten door de boer en weer een ander weiland is gevuld met paarden die in beweging komen door het zachte gebrom van de Italiaanse schone.

De zwarte manen van de (altijd al zwarte) Friese paarden dansen omhoog door het galopperen van de beesten en de zon schijnt met een oranjegloed over de zwarte fluwelen vacht. Een prachtig gezicht met de alsmaar langer wordende schaduwen die vrijbaan hebben in het weiland. De natuur zelf als schilder van dit prachtige pittoreske kunstwerk en op het doek komt het geluid tot leven dat hier naadloos op aansluit.

Langzaam wordt de kubusvormige woning zichtbaar te midden van het groene land, deze valt niet alleen op door zijn vorm, maar ook zijn afwijkende karakter; het is geen (woon)boerderij, zoals alle andere gebouwen in de buurt wel zijn. De bijbehorende roodkleurig oprit doemt op en de dunne zwarte banden draaien het gesteente, dat knispert onder het rubber, op. Zacht piepend komt de auto tot stilstand en het geluid verandert in een laag monotoon gebrom; waarna het stilvalt, het raam piepend omhoog gedaan wordt en de deur met een klik open wordt gedaan. Als laatste valt de deur met een doffe dreun in het slot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten