maandag 3 januari 2011

het Overdrijven als Expertise

De witte lade komt al piepend in beweging en de inhoud schuift langzaam naar me toe; koekjes, brood, beleg en andere deegsoorten liggen te wachten in de la om op gegeten te worden. Ik pak de broodzak waar nog vier sneetjes in zitten, waarvan er één het kontje is en een ander voor vijftig procent bestaat uit het taaie uiteinde van brood en het witte zachte binnenste. Zo blijven er twee stukken over om te consumeren. Het is maandagochtend, de eerste maandagochtend na de kerstvakantie. Twee weken vakantie gevierd waarin weinig tot niets in gebeurt is. Datgene wat er gebeurt is maakt het tot een des te interessantere vakantie dan gemiddeld het geval is en maken van deze maandag een andere eerste schooldag na de vakantie dan anders.

Ondertussen heb ik mijn brood besmeert met een oer Hollandsch beleg, pindakaas. Met het bord met pindakaas in de ene en een kopje koffie met melk en suiker in de andere loop ik met een redelijk slaperig hoofd richting de zwarte bank die mij al op staat te wachten om hem te vergezellen met mijn achtereinde. Met een druk op de knop springt de televisie aan en zap ik naar het journaal en vervolgens naar het ontbijtnieuws om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de wereld. Echter dringen beide nieuws bulletins niet echt tot me door, ik ben met mijn hoofd al verder op de dag. Bij school.

De zenuwen banen langzaam maar zeker een weg door mijn lijf richting mijn hoofd, de tinteling is voelbaar van mijn kleine teen van mijn rechtervoet tot aan mijn oorlel van mijn linkeroor. Het is een gezonde spanning, eentje die ik ook altijd had voordat een voetbalwedstrijd begon op de zaterdagochtend ergens op een voetbalveld van een amateurvereniging in Friesland, de ene keer in Oudehaske en anders wel in Woudsend of Lemmer. Een gezonde spanning die je laat uitkijken naar wat komen gaat nadat het fluitsignaal heeft geklonken. Dit is vergelijkbaar en ik kan mij twee momenten in mijn schoolleven herinneren dat ik deze eerder gehad heb.

De eerste is anderhalf jaar geleden geweest, toen ik begon met de nieuwe opleiding op een nieuwe school begon waar ik geheel in mijn eentje was. Echter heeft deze nooit zo'n onuitwisbare uitdrukking op gemaakt zoals de andere dat wel heeft gedaan. Kijkend naar mijn volgers van mijn weblog-pagina besef ik me dat ik nu een gebied betreed wat lastig kan zijn. Ondertussen is het stuk brood met pindakaas succesvol door mijn keel gegleden en geniet ik nu nog even na met een kopje koffie. Het brengt de rust die ik destijds miste.

Het is nu zo'n twee en half jaar geleden gok ik. Het was een maandagochtend, een doorsnee maandagochtend, zo'n één die een gewoon weekend opvolgde. Ik kende dezelfde zenuwen en het gehele voorval waardoor ik deze zenuwen had zal ik niet uitleggen, echter zorgde het ervoor dat ik niet verder kwam  dan het weer. Het kan natuurlijk ook iets anders zijn geweest, maar in mijn beleving is het zo geweest dat we met zijn tweeën op het bankje zaten en ik vroeg naar het weer, en nu ik er zo over nadenk (en op andere momenten) denk ik: wat ben ik dom bezig geweest toentertijd. Niet alleen dat moment, ook wat er aan vooraf ging is iets wat ik anders had moeten aanpakken, wellicht was het dan wel heel anders gelopen.

Uiteindelijk zorgde het ervoor dat ik het op de meest belachelijke wijze heb kunnen vergeten, eentje die ik hier ook niet zal neerzetten, maar wat wel heel effectief bleek te zijn. De lucht was geklaard en ik kon weer normaal de winkel binnen stappen of op een ander moment het praatje aankopen. Toen was het een gezonde spanning en liep het uit op een fiasco, vandaag zijn de zenuwen vergelijkbaar maar ik verwacht niet dat het op dezelfde manier zal eindigen en dan weer zal verdergaan - denk daar maar eens over na.

Dit wordt alleen maar bevestigt nadat we zijn aangekomen in Drachten en de chauffeurswissel plaatsvindt. Op mijn iPod zingt míjn favoriete band uit Manchester over de Songbird van de zanger, de gitarist of wellicht die van mij, wie zal het zeggen? In ieder geval is het een nummer dat al zo vaak is genoemd in mijn schrijfsels dat het bijna een cliché wordt, echter zal het ook elke keer terugkeren wanneer dat mogelijk is. Onderwijl komt de nieuwe chauffeur binnen stappen en zie ik tot mijn mooie verbazing dat het de buschauffeur is waarvan ik denk dat hij ons elk moment kan laten terugreizen in de tijd naar het jaar 1969, naar Woodstock. De voortekenen zijn goed en aangezien ik niet meer geloof in het toeval neemt mijn vertrouwen toe.

Eenmaal op school aangekomen nemen de zenuwen alleen maar toe en wanneer het moment daar is, dan komt het tot: tot het geven van mijn kaartje aan de desbetreffende persoon voor wie dit is en onderwijl staat deze met het hoofdonderwerp te praten. Een klein uur later komt het ter sprake met twee vrienden en blijkt er  één van hen scherp te zijn door met de conclusie te komen dat ik er ook al awkward heen liep. Iets waar ik niks aan toe te voegen heb.

Later, op de terugweg naar huis die door middel van het gebruik van de fiets plaatsvindt, besef ik me dat het  me op deze manier niks gaat opleveren en is het nog eens te meer de bevestiging dat ik een expert ben in het overdrijven van iets dat klein hoort te blijven. Op dat moment maak ik ook met mezelf de belofte dat ik me hier over heen moet zetten en moet denken dat ik groter ben dan de zenuwen die me alleen maar belemmeren in mijn uiteindelijke doel. Dat doel staat dichter bij me dan het ooit geweest zal zijn, echter moet ik het nu ook niet verder van me af laten staan dan dat de werkelijkheid doet vermoeden. De wil, de weg en de afstand zijn er, nu nog de route zien te vinden om de afstand te overbruggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten