maandag 31 januari 2011

een Vooruitzicht

Rustig stap ik het station op van wat wellicht de meest bedroevende stad is in het hoge noorden. Grijs is de overheersende kleur, met hier een daar een vervaagd rood frutseltje. Het winkeltje maakt het er niet beter op om bij de ingang een bordje te plaatsen waar op staat dat, wanneer je gebruik wilt maken van het winkeltje, consumptie verplicht is. Vlak naast het winkeltje bevindt zich wellicht de meeste troosteloze doorgang die je kunt vinden op een station in ons kikkerlandje. Grijze bakstenen waar graffiti onprofessioneel op gespoten is en de verzakte grond met zijn diepe plassen maakt het feest dat hier gaande is compleet.

Nee, dan het station zelf waar de bussen af- en aanrijden. Treinen kennen ze hier niet in het hoge noorden en dus hoor je het ene gebrom naar het andere van het openbaar vervoer op rubberen banden voorbij komen. Sissend gaan de deuren vervolgens open en stappen de mensen uit; de een rustig, een ander hollend om de overstap nog te halen. Meestal zorgt dit voor fijne taferelen wanneer je nog wel aardig lang moet wachten, zoals vandaag weer eens het geval is.

Ik sta te wachten aan één van beide weerskanten van het station en heb een mooi overzicht van wat gaande is. Zodoende kun je de mensen die voorbij wandelen en rennen of staan te wachten opdelen in verschillende groepen. Aan de beide uitersten – waar ik me dus bevind – staan de meeste studenten, zij gaan richting de (rivaliserende) steden. Daar tussen in bevinden zich de ouderwetse streekbussen, met één uitzondering die ook rechtstreeks naar die andere rivaliserende stad voert, waar je oudere mevrouwen, boeren en ander gespuis in ziet stappen.

Zo ook twee perrons verderop waar de streekbus aankomt die uit de derde rivaliserende stad is komen aanrijden. Een jongen van midden twintig loopt rustig naar de bus en stapt in, ik bekijk hem eens goed en bedenk me dat we hier te maken hebben met een student; keurige, nette, casual kleren omhullen zijn lichaam, haar netjes in de gel en met een volwassen uitstraling zie ik hem wel een college volgen. Niets bijzonders aan en dus staar ik maar weer verder om me heen. Ik sta hier al ongeveer vijf minuten roerloos vooruit te staren naar wat er gebeurt… niets.

Tot ik mijn hoofd naar rechts draai en daar een persoon aan zie komen lopen. Het is eerder een stevige tred en met haar jurkje, die onder de jas uitkomt, en halflange krullen weet ze mijn aandacht te trekken. Wat daar nog eens bijkomt is de vrolijke uitstraling die ze, ondanks het hollen, om haar heen heeft hangen. Ze moet naar de hoofdstad van onze provincie en stapt in bij de mogelijke student die ik zo net even bekeken heb. Even wisselen we een blik uit waardoor ik snel verlegen weg kijk om al later alweer stuurs voor me uit te kijken.

In mijn ooghoeken blijf ik haar echter toch volgen en ze stapt in nadat ze even een praatje gemaakt heeft met de buschauffeur. Nu bevindt ze zich precies in mijn blikveld en hoef ik haar alleen maar met mijn ogen te blijven volgen. Ze gaat in het achterste gedeelte van de bus zitten en haalt na enkele minuten een hoedje tevoorschijn die het geheel afmaakt. Dankzij het feit dat ze in het achterste gedeelte is gaan zitten zal ik mijn hoofd toch lichtjes naar links moeten draaien om haar in mijn gezichtsveld te houden.

Nadat er weer kortstondig een blik is uitgewisseld begin ik een beetje onrustig met mijn voeten te schuifelen en doe ik enkele passen naar voren om de stationsklok te kunnen bekijken. Het is kwart over, dat duurt nog wel even voordat de bus aankomt. Wanneer ik weer op mijn plaats sta komt er een bus aanrijden die stopt bij het perron waarop ik sta, het ontneemt me mijn zicht en ik betrap mezelf er op dat ik wil dat de bus het restant van zijn reis snel weer voortzet. Gelukkig, mijn gebeden worden verhoord en al snel vertrekt de bus weer.

Al snel daar op vertrekt de bus waar het desbetreffende meisje inzit ook en zo volgt mijn hoofd automatisch het vehikel. In die kortstondige periode wisselen we een blik uit waarbij ik een kleine glimlach niet kan onderdrukken en – als mijn fantasie niet teveel op hol is geslagen – ontdek ik dat zij een klein lachje ook niet kan verbergen. Nog eventjes kijk ik de bus na en al redelijke snel nadat deze vertrokken is, komt mijn lijn aanzetten. Ik stap de bus in, laat mijn maandkaart zien, zeg gedag tegen een klasgenoot en ga op één van de beschikbare blauwe stoelen zitten met een kleine glimlach die, hoe hard ik ook probeer, niet verdwijnen wil van mijn gezicht. Ik bedenk me dat dit wel eens prachtig voorteken kan zijn op wat wellicht nog komen gaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten