zondag 29 januari 2012

Verzet

Ik rits de tas maar weer eens open en pak mijn Spaanse gitaar erbij, zo'n akoestisch instrument dat net te groot is voor je handen, behalve als je jezelf een Spanjaard of een Latino mag noemen. Misschien dat ik bij de kringloopwinkel maar eens een kleinere op de kop moet zien te tikken, zo'n oude gebutste en verweerde gitaar. Ook akoestisch, maar een elektrische is altijd welkom. Het gekke is, ik kan het niet. Ik kan niet gitaar spelen. Maar wanneer ik dan alleen thuis ben, zoals vanavond het geval is, dan haal ik hem graag onder het stof vandaan. Ontstemt als de snaren zijn, begin ik er toch in het wilde weg op te rammen. Rare capriolen haal ik ermee uit en ik lap alle gitaarwetten aan mijn laars. Jimi Hendrix, mijn grote held, zou zich omdraaien op zijn gekleurde wolk. 

Waarom ik het doe? Misschien omdat ik graag in de waan wil leven dat ik het wel kan. Ik genereer mij er ook niet voor om nu te melden dat wanneer ik alleen thuis ben het volume wordt opgeschroefd en ik mij voorstel hoe ik het wel kan en voor een publiek sta te zingen. Ja, in werkelijkheid zing ik dan ook mee. Dat lucht op. Vooral op momenten dat ik het niet schrijvende kwijt kan, lucht meezingen op. Al je problemen zijn immers al eens onder woorden gebracht in de vorm van muziek, dat is een open deur natuurlijk. Open jij je gezichtjesboek, blauwe vogeltje-nest en R+R=back-site maar eens zonder een zin uit een liedje tegen te komen. Lukt je niet, nagenoeg iedereen maakt zich er schuldig aan. Ik ook, maar ik probeer zoveel mogelijk de muziek voor zich te laten spreken, in plaats daarvan nog allemaal overbodige dingen eraan toevoegen. Wellicht niet helemaal waar, ik voeg er ook nog wel dingen aan toe, dat het ik het mooi vind bijvoorbeeld of mijn gevoelens goed verwoordt. Dat is alles.

Graag zou ik willen dat ik die, de liedjes, ook kon meespelen op mijn gitaar, maar vooral dat ik mijn eigen gevoelens op mijn eigen manier in woorden zou kunnen omzetten in muziek en bijpassende tekst. Dat gaat vooralsnog niet, maar je kunt 67 jaar zijn en dan pas doorbreken (zoals Seasick Steve) - ik hou dus hoop. Zolang ik het (schrijven van mijn eigen muziek) niet kan, zal ik tot die tijd de artiesten van mijn platen- en cd-collectie maar gebruiken om mij uit te drukken tegenover anderen. Want eigenlijk ben ik daar best slecht in, in ieder geval om mijn blijheid uit te drukken. Negatieve gevoelens gaan nog wel makkelijk, ik ben een redelijke pessimist en verlies mij snel in die emoties. Al snel ploft dat eruit. Anderzijds ben ik ook een binnenvreter, schuif ik mijn eigen probleempjes aan de kant en probeer ik zo goed en kwaad als het kan anderen te helpen. Het hoopt zich daardoor op en voilà, Rutger ontploft al redelijk snel bij mensen die dichtbij hem staan.

In zo'n uitbarsting heb ik mijn eigen gedrag naar mijn gevoel niet meer in de hand, ik weet donders goed dat ik het niet moet doen en het niet moet zeggen, maar toch doe ik het. Wanneer ik die woorden niet zou zeggen, voelt dat als een teken van zwakte voor mij; toegeven aan het verstandige wil ik niet. Kom ik op het punt dat ik wil gaan toegeven aan het verstandige, dan verzet alles zich hardnekkig binnen mij. Om een zin aan te halen uit een lied: "My body is a cage, that keeps me from dancing with the one I love, but my mind holds the key." (Arcade Fire - My Body is a Cage). Zo voelt het. Mijn hoofd weet dat het anders moet, maar het lichaam verzet zich.

Dat brengt mij terug bij mijn gitaar. Wat ik met die snaren doe, is beeldspraak voor hoe ik mij mentaal voel en wat het lichaam daarmee doet. En ik laat het aan jezelf over om dat maar eens uit te vogelen, ik heb wel weer genoeg toegegeven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten