vrijdag 8 juli 2011

de Eenzame Boom

Eenzaam staat de boom langs het spoor, aan de rand van een groen weiland. Waar deze lap grond anders zo vruchtbaar zou zijn, zoals de naburige weilanden, is deze met niet meer begroeid dan gras – en een boom. Tussen het gras probeert iets te ontkiemen, maar dit wordt tegenhouden tijdens het bloeien door angst. Angst voor die eenzame boom.

Zijn wortels strekken zich tot ver onder de grond uit, smoort de zaden en geeft ze geen kans. Hoe vaak de zon schijnt, de regen neervalt en de wind waait; te alle tijde is ’t in het voordeel voor de boom. Wanneer er dan toch één probeert door te komen, schudt hij zijn bladeren uit. Het bladerdek valt over het gras en belemmert de prachtige bloemen in de dop het nog meer om te bloeien.

De eenzame boom torent boven het land uit. Eenzaam, maar volgens zijn wil. De zilte zeelucht deert hem niet, hij voedt zich ermee om de anderen het leven zuur te maken. Daar slaagt hij in, wat hem niet tevreden stel; hij gaat door met vervaarlijke heen en weer zwaaien, het lozen van zijn bladeren en takken. En uiteindelijk zal de zon, de regen en de wind vat op de eenzame boom krijgen, zullen de bloemen doorkomen en de wortels breken, en eindigt de boom daar waar hij niet wil wachten. Op de kant, op het spoor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten