dinsdag 8 november 2011

Stilte

Een oudere man stapt door de deuropening, zo valt te horen aan het belletje dat rinkelt wanneer de deur er tegenaan komt. Hij neemt plaats aan de zwarte bar door op het stalen krukje te gaan zitten, wat bekleed is met een door rood gekleurd leren kussentje. De serveerster loopt in haar blauwe kledij af op de oudere man; hij wil graag een koffie op deze vroege ochtend. De trucker, die aan het andere end zit, heeft lak aan het feit dat het vroeg is. Een groot smerig broodje belegd met veel vlees staat voor hem te wachten tot het verteert in zijn dikke pens. Met zijn smerige en vette vingers pakt hij mes en vork, snijdt het broodje aan en brengt de vork met het stukje brood eraan naar zijn mond. Zijn lippen worden omringd door veel haar. Verwonderlijk is het dan ook niet dat de kruimels in zijn snor- en baardharen blijven hangen. De gele tanden die achter de lippen schuilgaan, malen een keer goed in het rond en vervolgens slikt hij een stukje brood door. Het stuk wat zo-even nog aan zijn vork zat, is weggewerkt. De oude man is inmiddels al halverwege zijn zwarte kopje koffie en krijgt niks mee van het tafereel, hij is verdiept in zijn gazet.

Buiten deelt een jongen de krant uit aan toevallige voorbijgangers – zoals de oudere man. De weg wordt namelijk niet veel gebruikt: het is van bovenaf gezien een met potlood getekende lijn langs een liniaal. Mensen mijden de weg liever, behalve backpackers, truckers en mensen van het relatief dichtbij gelegen dorp. De meesten stoppen hier om iets te eten en een enkele om te tanken bij het krakkemikkige tankstation. En ondanks alles, staat iedere ochtend de jongen te wachten op toevallige passanten die een krant aannemen.

Plotseling komt er een zwarte stationwagen aanrijden vanuit het grijze, mistige oosten. De krantenjongen kijkt verrukt op bij het verschijnen van de wagen. De auto mindert vaart en komt met knisperende banden (door het grind) tot stilstand. Het echtpaar van middelbare leeftijd stapt uit, loopt langs de krantenjongen (en keuren hem daarbij geen blikwaardig), naar de deur en laten het belletje rinkelen. De bruine ogen van de vrouw turen in de rondte; banken met rood bekleed leer wisselen de zwarte tafels af – het patroon verstoort door een einzelgänger die aan één van de tafels zit naast de jukebox –, zwart-witte tegeltjes versieren de grond en rechts is de bar met de trucker, de oudere man en de serveerster. De man, die tuurt met kille blauwe ogen naar de serveerster en haar strak om het lijf gewikkelde werkkleding.

Ze blijven daar bij de ingang staan, net zoals de oudere man blijft doorlezen en de trucker bezig blijft het broodje weg te werken. Alleen de jukebox beweegt: van een liedje met draaideuren als onderwerp naar wellicht de vier bekendste muzikanten van de hele popmuziek. Wanneer de vliegtuiggeluiden dan weg ebben, komt het paar in beweging. Ze nemen plaats bij het raam, vlakbij de einzelgänger en zijn jukebox. Al snel daarop komt de serveerster aanlopen: thee voor de vrouw en koffie voor de man. Op het moment dat de serveerster weer van de tafel wegloopt, rinkelt het belletje. De oudere man is opgestaan van zijn plaats en naar zijn fiets gelopen. Nu fietst hij in westelijke richting en passeert de man daarbij het raam waar het echtpaar achter zit, in de richting van het dorpje en de blauwe lucht.

Ondertussen vang ik op dat het echtpaar daar naar het dorpje onderweg zijn, en ik wil er eerder zijn dan hen. Ik vraag aan de vrachtwagenchauffeur in welke richting hij zo direct gaat: westelijke richting, door het dorpje. Meteen vraag ik om een lift. Hij vindt het goed, als we nu maar wel vertrekken en daar kan ik maar al te goed mee leven. Zo lopen we onder het belletje door, langs de krantenjongen (ik neem het vergeelde papier aan) en stap de truck in. Met brullende pijpen rijden we weg.

Onderwijl is in het restaurant de jukebox gestopt met spelen, omdat de einzelgänger ervandoor ging en de muziek met zich meenam. Zelfs het belletje hangt er nu roerloos bij. Alleen het geslurp van het echtpaar en het diepe zuchten van de serveerster verstoren de beklemmende stilte. Dezelfde beklemmende stilte die de oudere man, einzelgänger en trucker uiteindelijk deden wegvluchten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten