Een oudere man stapt door de deuropening,
zo valt te horen aan het belletje dat rinkelt wanneer de deur er tegenaan komt.
Hij neemt plaats aan de zwarte bar door op het stalen krukje te gaan zitten,
wat bekleed is met een door rood gekleurd leren kussentje. De serveerster loopt
in haar blauwe kledij af op de oudere man; hij wil graag een koffie op deze
vroege ochtend. De trucker, die aan het andere end zit, heeft lak aan het feit
dat het vroeg is. Een groot smerig broodje belegd met veel vlees staat voor hem
te wachten tot het verteert in zijn dikke pens. Met zijn smerige en vette
vingers pakt hij mes en vork, snijdt het broodje aan en brengt de vork met het
stukje brood eraan naar zijn mond. Zijn lippen worden omringd door veel haar.
Verwonderlijk is het dan ook niet dat de kruimels in zijn snor- en baardharen
blijven hangen. De gele tanden die achter de lippen schuilgaan, malen een keer
goed in het rond en vervolgens slikt hij een stukje brood door. Het stuk wat
zo-even nog aan zijn vork zat, is weggewerkt. De oude man is inmiddels al halverwege
zijn zwarte kopje koffie en krijgt niks mee van het tafereel, hij is verdiept
in zijn gazet.
Buiten deelt een jongen de krant
uit aan toevallige voorbijgangers – zoals de oudere man. De weg wordt namelijk
niet veel gebruikt: het is van bovenaf gezien een met potlood getekende lijn
langs een liniaal. Mensen mijden de weg liever, behalve backpackers, truckers
en mensen van het relatief dichtbij gelegen dorp. De meesten stoppen hier om
iets te eten en een enkele om te tanken bij het krakkemikkige tankstation. En
ondanks alles, staat iedere ochtend de jongen te wachten op toevallige
passanten die een krant aannemen.
Plotseling komt er een zwarte
stationwagen aanrijden vanuit het grijze, mistige oosten. De krantenjongen kijkt
verrukt op bij het verschijnen van de wagen. De auto mindert vaart en komt met
knisperende banden (door het grind) tot stilstand. Het echtpaar van middelbare
leeftijd stapt uit, loopt langs de krantenjongen (en keuren hem daarbij geen
blikwaardig), naar de deur en laten het belletje rinkelen. De bruine ogen van
de vrouw turen in de rondte; banken met rood bekleed leer wisselen de zwarte
tafels af – het patroon verstoort door een einzelgänger die aan één van de
tafels zit naast de jukebox –, zwart-witte tegeltjes versieren de grond en
rechts is de bar met de trucker, de oudere man en de serveerster. De man, die
tuurt met kille blauwe ogen naar de serveerster en haar strak om het lijf
gewikkelde werkkleding.
Ze blijven daar bij de ingang
staan, net zoals de oudere man blijft doorlezen en de trucker bezig blijft het
broodje weg te werken. Alleen de jukebox beweegt: van een liedje met
draaideuren als onderwerp naar wellicht de vier bekendste muzikanten van de
hele popmuziek. Wanneer de vliegtuiggeluiden dan weg ebben, komt het paar in
beweging. Ze nemen plaats bij het raam, vlakbij de einzelgänger en zijn
jukebox. Al snel daarop komt de serveerster aanlopen: thee voor de vrouw en
koffie voor de man. Op het moment dat de serveerster weer van de tafel
wegloopt, rinkelt het belletje. De oudere man is opgestaan van zijn plaats en
naar zijn fiets gelopen. Nu fietst hij in westelijke richting en passeert de
man daarbij het raam waar het echtpaar achter zit, in de richting van het
dorpje en de blauwe lucht.
Ondertussen vang ik op dat het
echtpaar daar naar het dorpje onderweg zijn, en ik wil er eerder zijn dan hen.
Ik vraag aan de vrachtwagenchauffeur in welke richting hij zo direct gaat:
westelijke richting, door het dorpje. Meteen vraag ik om een lift. Hij vindt
het goed, als we nu maar wel vertrekken en daar kan ik maar al te goed mee
leven. Zo lopen we onder het belletje door, langs de krantenjongen (ik neem het
vergeelde papier aan) en stap de truck in. Met brullende pijpen rijden we weg.
Onderwijl is in het restaurant de
jukebox gestopt met spelen, omdat de einzelgänger ervandoor ging en de muziek
met zich meenam. Zelfs het belletje hangt er nu roerloos bij. Alleen het
geslurp van het echtpaar en het diepe zuchten van de serveerster verstoren de
beklemmende stilte. Dezelfde beklemmende stilte die de oudere man, einzelgänger
en trucker uiteindelijk deden wegvluchten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten